Aan de vooravond van de Pruisische inval, in september 1787, lagen prinsgezinde troepen in Zeist. Niet alleen de bewoner van Sandwijck, Van Oostrum de Jongh, had daar veel last van. Ook de herbergier van het etablissement Het Fortuin in De Bilt ondervond de schadelijke gevolgen van hun aanwezigheid. (Rustende wandelaars bij herberg, prent van Dirk Jan van der Laan, 1783, Rijksmuseum Amsterdam.)

Meer informatie

Herbergier G. Koning verklaarde in 1795, toen hij een claim indiende voor een tegemoetkoming, ‘schaade geleden [te] hebben’. De Prinsgezinden hadden zich meester gemaakt van vele liters bier en sterke drank; zij hadden de kroegbaas beroofd van zijn horloge en schade aan zijn meubilair aangericht voor het forse bedrag van meer dan honderd gulden.

Als men deze LINK aanklikt, vindt men een volgende post over de gevolgen van de patriotse strijd en revolutie voor de kernen van de Bilt.

AD

 

Bron: Verzameling van alle de memorien van geleeden schaden,  deel 3 (Utrecht 1795).

-.