Lieve ouders, als u deze brief krijgt, ben ik niet meer, maar wees er van overtuigd, dat ik door Gods genade goed kan sterven. Het is een fragment uit een brief die Cees van Otterlo, de oom van OMDB-redactielid Anne Doedens, schreef vlak voordat hij op 3 mei 1942 met 72 anderen in Sachsenhausen door de Duitsers werd gefusilleerd. Afgebeeld is het beeld op de executieplaats van Kamp Amersfoort waar Van Otterlo zijn doodvonnis hoorde (foto: Anne Doedens.)
Doedens vond de brief en andere documentatie in een mapje bij de nalatenschap van zijn drie jaar geleden overleden moeder. Cees was naar Doedens begreep haar favoriete broer. Als ik de verhalen en brieven lees, proef ik het verdriet dat er is geweest bij mijn opa. Jammer genoeg zwegen mijn ouders er (uit piëteit) altijd over, maar ik vind dat de jeugd moet weten wat er in de oorlog met hem gebeurde. Anne Doedens ziet dat als een hommage aan een man die in de bloei van zijn leven ter dood werd gebracht. Hij was 35 jaar en liet een vrouw en vier kinderen na.
Ordedienst
Uit de gevonden papieren blijkt dat Cees van Otterlo in 1942 ter dood veroordeeld werd, samen met anderen die tot de Ordedienst (OD) behoorden. De OD was opgericht met als doel de openbare orde te bewaren bij de terugtocht van de Duitsers. Die terugtocht werd aanvankelijk spoedig verwacht. Toen dit niet reëel bleek, gingen leden steeds meer actief verzet plegen, met als belangrijkste taak inlichtingen over de vijand te verzamelen en naar de regering in Engeland te sturen. Tot 1942 was de OD waarschijnlijk de grootste anti-Duitse organisatie in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De OD geldt als één van de allereerste vormen van verzet.
Bakkersknecht Cees van Otterlo werd naar verluidt in 1941 op de Loosduinseweg in De Haag betrapt met een wagen vol wapens. De Duitsers pakten hem op en zetten hem vele maanden lang gevangen. Op 11 april 1942 vond de uitspraak in het proces plaats.
Een gymnastiekleraar van 33 jaar schreef een verhaal over de aanzegging van het vonnis in Kamp Amersfoort. Hij was er op 11 april bij toen 72 mannen onder wie mijn oom ter dood veroordeeld werden. Hij beschrijft het schijnproces en de beestachtige wijze waarop de veroordeelden na het doodsvonnis werden vernederd. De gymnastiekleraar werd zelf ook veroordeeld, maar niet ter dood.
Laatste brief
Wij worden morgen vroeg weggebracht. Ik weet niet waarheen, Duitsland of naar Scheveningen en daar terechtgesteld.… Vertel het overal, schrijft Cees van Otterlo op 30 april 1942 vlak voor zijn transport naar Duitsland. In de transportauto moet hij zijn allerlaatste brief geschreven en naar buiten gegooid hebben. Een voorbijganger vond in Arnhem de in potlood geschreven brief op 1 mei 1942 om half negen ’s ochtends.
Doedens: ‘Hij bezorgde, zo werd verteld, dit laatste bericht van mijn oom per fiets bij de bakkerij van mijn grootvader. Het is de brief van een gelovig man, die tot op zijn laatste ogenblikken aan zijn vrouw en kinderen dacht. Hij werd omgebracht in een kamp waar de gruwelijkheden plaats vonden waartegen hij letterlijk de wapens opnam. In Sachsenhausen kwamen tienduizenden mensen om.
Anne Doedens vond bij de nalatenschap van zijn moeder een medaillon met een foto van zijn oom: Mijn moeder bewaarde dit medaillon als een dierbare herinnering. Hij las ook brieven van zijn grootvader aan zijn zoon Cees, waaruit naast een rotsvast geloof ook groot verdriet sprak. Er is nooit aandacht aan gegeven. Ik wist dat de man gefusilleerd was. Mijn ouders spraken er niet over, het werd verzwegen. Velen uit hun generatie hadden niet de behoefte erover te praten.
Ik kom het nu tegen in een mapje. Bedenk even, een jonge vader besluit mee te doen aan de Ordedienst. Hij wordt in een soort onnozelheid opgepakt, want hoe kun je met wapens overdag over straat gaan. Hij schrijft een brief zonder zelfbeklag. Wij hebben de plicht om op 4 mei naar voren te halen waar onze ouders uit bescheidenheid over gezwegen hebben. We moeten de jongere generatie laten zien hoe dapper het is wat veel mensen gedaan hebben. Onze ouders zwegen, maar wij mogen over gebrek aan respect voor anderen en voor het leven onze mond niet houden.
VC
Bron: Guus Geebel, De Vierklank, 29 april 2013