Afgebeeld is de tol van Westbroek bij de Kerkeindsche Vaart.  (Foto van de site van de Hist. Vereniging Maartensdijk, met toestemming van webmaster Jan Maasen.)

 

Meer informatie

In 1855 kreeg de gemeente Westbroek goedkeuring van de provincie Utrecht voor het heffen van tol voor het onderhoud van de Kerkvaartschedijk. L. de Raadt schrijft in het blad van de Historische Vereniging Maartensdijk,  St. Maerten, nr. 3 (december 1989) 13-18 over deze tol. Hierna volgt een citaat:

Wie moesten tol betalen en hoeveel? […] Vast staat dat iedereen die te voet of – veel beter – per fiets de Kerkeindsevaart passeerde, daarvoor géén tol hoefde te betalen. Maar de meeste gebruikers van deze weg waren die jaren geen wandelaars of recreanten op de fiets, maar boeren, vee-handelaren, marskramers, kortom mensen die voor hun werk van die weg gebruik maakten. Deels waren zij afkomstig uit het dorp Westbroek op weg naar hun land richting Binnenweg, Gageldijk of Utrecht. Deels kwamen zij van buiten het dorp in omgekeerde richting. In vele gevallen waren de passanten dus vergezeld van vee en/of vervoermiddelen, die de weg extra belastten en waarvoor zij dan ook letterlijk “belast” werden.’

De tolgaarder van deze tol kon een dienstwoning betrekken, waarvan de huur in de pachtsom was inbegrepen. In 1916 deden Gedeputeerde Staten van Utrecht  navraag bij de gemeente Westbroek over “eene vrijstelling (die is) opgenomen voor motorrijwielen en rijwielen, gebruikt door inwoners van Uw gemeente”. Deze vrijstelling bleef bestaan tot in 1940 de tol werd opgeheven,

AD

Dit is de laatste bijdrage van de rondleiding langs de Biltse tollen. Om terug te gaan naar het begin, klik HIER

Bron/literatuur:

Het hiervoor genoemde artikel van L. de Raadt,  te raadplegen via deze link: Kerkeindschevaart; voorts ook: de site van de Historische vereniging Maartensdijk, via de link: de tollen van de Achterwetering en Westbroek

Hieronder zit men een uitsnede van de kaart van de gemeente Westbroek uit 1868 (J. Kuyper, Gemeente Atlas van de provincie Utrecht, 1868).