Klassieke kaarten
Vanaf de grote ontdekkingsreizen nam de behoefte aan kaartmateriaal toe. Dat leidde niet alleen tot de productie van meer zeekaarten maar ook tot een toename van kaarten over delen van het vasteland. Het systematisch in kaart brengen van de Republiek begon met de kust, maar weldra verschenen er ook kaarten van het binnenland. Soms staat De Bilt op kaarten van de stad Utrecht.
Nieuwe technologische ontwikkelingen zoals betere kompassen, de sextant, telescopen, de nonius en het kwadrant maakten het geleidelijk mogelijk om betere kaarten te vervaardigen. In 1569 maakte Gerard Mercator voor het eerst een kaart gebaseerd op zijn Mercatorprojectie. Sommige kaarten werden door landmeters gemaakt.
Vanaf de late zestiende eeuw verschenen er prachtige atlassen zoals het werk van Ortelius en Hogenberg. Ook dure atlassen waren een prestigeobject. Op de kaartenverzameling van Christian sGrooten kan men Maartensdijk, Westbroek en Vrouwenklooster zien. Dit is ook het geval op de atlas van Gerard Mercator, die de term ‘atlas’ populair maakte.
Kaarten werden nog ongekleurd gepubliceerd, maar de koper kon naar eigen keuze met de hand kleuren laten aanbrengen, waarbij hij kon kiezen voor kleur alleen aan de grenzen ofwel voor hele gekleurde gebieden. Zo ontstonden ware kunstwerken van cartografie.
Ook de weergave van kaarten profiteerde van de technische ontwikkeling. Bij de oude houtsneden kon men weinig details laten zien en waren de letters grof, maar in kopergravures kon de drukker heel precies weergeven wat de kaartenmaker gevonden had en dat beschrijven met heel fijne letters.
We zullen zien dat veel kaartenmakers gegevens van bestaande atlassen overnamen. Anderen kochten de koperplaten van eerdere cartografen op en pleegden zelfs brutaal plagiaat zonder hun bron te noemen.
De aristocratie wilde indruk maken met het bezit van fraaie kaarten, die soms als kunstwerken aan de muur werden gehangen. Een zekere trots spreekt ook uit de Caarte van de Landen gelegen onder Oostveen van 1643, die diende om de omvang van het gerecht van Maartensdijk te tonen. Hij hing in het gemeentehuis. De ingewikkelde rechten op rechtspraak moesten worden vastgelegd.
Veel kaarten bestonden echter nog steeds als enkele exemplaren. Dat is het geval met de gedetailleerde kaarten waarop percelen zijn aangegeven zoals de kaart van Jan Rutgersz van den Berch uit 1603 en de kaart van de waterlopen rond Utrecht van 1641. De belettering is dan ook in handschrift. Nog steeds werden de belangrijke gebouwen zoals kerken en landhuizen als kleine tekeningen opgenomen. Soms was een kerk het symbool voor een dorp, zoals op de kaart van de wegen in en om De Bilt omstreeks 1640.
Het aangeven van het eigendom van de grond was nog altijd van belang, niet alleen voor juridische geschillen maar ook om belasting te kunnen heffen. Op een schematische kaart van 1650 zien we in dat gerecht de eigendomsverhoudingen en de belastingplicht. Een kaart van 1777 geeft de versplinterde rechten op rechtspraak in Oostveen/Maartensdijk en Achttienhoven aan.
Op de kaart van Bernard de Roy uit 1689 speelt belasting een rol. De kaart van landmeter Adam van Vianen (1651) is vrij nauwkeurig en geeft eigendommen bij De Bilt aan.
Op afzonderlijke kaarten worden landgoederen beschreven zoals Houdringe, Beukenburg en Koelenberg.
DAB
U bevindt zich op de rondleiding over oude kaarten. Voor het vervolg klik HIER.