De creatieve en innovatieve familie De Vries uit Zaandam begon in 1911 met de Utrechtse rijwielslotenfabriek in Utrecht. Er volgden drie verhuizingen en twee faillissementen. Doorgaan was echter het motto van de familie en in 1917 werd aan de Biltstraat 150 in Utrecht de Hollandsche Patent Metaalindustrie (Hopmi) opgericht voor de fabricage van fietssloten. Een sterke groei en bloei volgde. De onderneming verhuisde naar Woudenberg en vervolgens naar Bilthoven. Hierboven: gewijzigd adresetiket van de Hopmi. Onderaan: een reclame voor een fietsslot van Hopmi.
Meer informatie
In 1916 vroegen leden van de familie De Vries een octrooi aan voor een door hen ontwikkeld cijferslot. Dit fietsslot werd een groot succes. Zij produceerden ook andere fietsonderdelen zoals bagagedragers, zadels en sturen. De toename van de productie leidde ertoe dat het bedrijf binnen Utrecht drie keer achter elkaar werd verplaatst. Na een faillissement in 1924 maakte de onderneming – nu onder de naam Slotenfabriek Hopmi – een doorstart. Interessant is te vermelden dat Hopmi eind jaren twintig ook gedurende een korte tijd spoelstellen fabriceerde voor radiotoestellen, de zogeheten Tulp-spoel. Door de economische crisis begin jaren dertig werd het aanbod van producten verbreed met stalen meubelen: stoelen, bureaus en schoolmeubelen. Hierbij werkte men samen met de Utrechtse Machinale Stoel- en Meubelfabriek (UMS/Pastoe). In 1932 ontwierp Gerrit Rietveld de Rietveld Hopmi stoel, waarvoor ook octrooien werden verkregen. Het bleek helaas geen succes.
In 1933 begon men daarom bovenop het eerdere assortiment de productie van hang- en sluitwerk. Er werkten toen circa 40 mensen bij het bedrijf. De Tweede Wereldoorlog was een zeer moeilijke periode. Uiteindelijk legde het bedrijf na de oorlog toch weer de nadruk op de productie van fietssloten en bagagedragers en dat werd een succes. Er werkten in 1951 circa 100 medewerkers. Het is interessant om te zien dat toen ‘tienduizenden bagagedragers en honderdduizenden rijwielsloten naar België, Finland, Maleisië, Indonesië, Zuid-Afrika, Nigeria, Egypte en Mexico’ werden geëxporteerd. In Nederland waren de fietsfabrikanten Simplex en Locomotief grote klanten.
Door de aandacht voor de grote export had de directie van de onderneming toen niet meer genoeg oog voor de opkomst van concurrenten. Het Nederlandse leger wilde in 1950 persoonlijke hangslotjes en werd daardoor 1950 een grote klant van Hopmi. In 1954 besloot deze klant echter de hangsloten te laten komen uit Italië, toen een lagelonenland. Dit alles leidde ertoe dat in 1956 voor het eerst verlies werd geboekt.
Eind jaren vijftig besloot men besloten om het bedrijf in Utrecht, ook door haar ligging in een woongebied, per 1959 te verplaatsen naar Woudenberg, waar het tot 1972 heeft geproduceerd. De Utrechtse personeelsleden werden dagelijks per bus naar Woudenberg gereden.
Door de markt- en productieontwikkelingen werd Hopmi in 1960 de facto overgenomen door Inventum in Bilthoven. Steeds meer is het bedrijf toen overgegaan op de productie van onderdelen en assemblage van huishoudelijke apparaten voor Inventum. Hopmi werd een van de dochterondernemingen van Inventum naast o.a. Nieaf en Instrumentenfabriek H.G. Smitt. De productie-activiteiten van Hopmi in Woudenberg werden in 1972 grotendeels verplaatst naar de fabriek van Inventum aan de Leyenseweg 101 in Bilthoven. Hopmi bleef formeel nog bestaan tot 1981.
JJR
Literatuur:
H. Kuner, ‘De Hollandsche Patent Metaalindustrie. Deel 1. Het bedrijf in Woudenberg en Bilthoven’, De Biltse Grift, 14e jrg, nr 3, sept. 2005, pg 78-86.
H. Kuner, ‘De Hollandsche Patent Metaalindustrie. Deel 2. Het bedrijf in Utrecht’, De Biltse Grift, 14e jrg, nr 4, dec. 2005, pg 125-128.
Website: www.rijwiel.net, <nl.wikipedia.org/wiki/inventum>,
Website: www.verzamelaars.nl