Afgebeeld is een bericht in de Opregte Haerlemsche Courant van 10 juni 1673. Dit blad is een van de oudste Nederlandse couranten. Het eerste nummer van dit blad verscheen in 1656. Voor buitenlands nieuws werd een beroep gedaan op kranten uit Frankrijk, Engeland en Duitsland. Voor binnenlands nieuws beschikte redacteur-stichter Abraham Casteleyn soms over plaatselijke correspondenten.
Onbekend is wie de correspondent was die dit bericht over een kleine veldslag bij Westbroek doorgaf. Het werd naar het belegerde Holland overgebracht dwars door de Franse linie langs de Vecht heen. Er wordt in deze tekst gesproken van 50 doden aan Franse kant. In het Vervolg van ’t Verwerd Europa van een paar jaar later wordt verteld dat 90 Fransen in het stof beten. De Utrechtse regent Booth noemt geen getal Franse gesneuvelden.
Er verstreken bijna twee weken tussen deze slachtpartij en de dag dat de krant met dit bericht uitkwam. Dat was op 10 juni 1673, nadat het verhaal via Amsterdam Haarlem bereikt had. De Utrechtse regent Booth meldde, dat de slachtpartij in de nacht van 28 op 29 mei 1673 plaats vond. Uit ‘ongezeefde werkelijkheid’ van deze tekst, waarvan de herinnering nog vers was, valt veel op te maken. Vaak is het nieuws niet aangedikt, iets dat latere beschrijvers niet altijd konden laten.
Ook andere berichten in de Opregte Haerlemsche Courant geven een goede inkijk in de gebeurtenissen, zoals de opmerking in het nummer van 29 oktober 1672, dat karren uit Maartensdijk en Groenekan voor drie dagen eten (voor de duizenden Fransen!) naar Utrecht brachten. Er is sprake van vele honderden wagens, het platteland moet zijn leeggeroofd. Via de Opregte Haerlemsche Courant weten we ook, wanneer het dorp be vrijd is van de Fransen. In het nummer van 7 september 1673 leest men dat ‘de onzen’ in Westbroek waren aangekomen.
Interessant is ook het bericht van 26 april 1674. Daarin wordt gesproken over een zekere Gerobulus. Het zou hier kunnen gaan om de bewoner van Eijckenstein, muntmeester en Utrechts notabele Johannes Gerobulus (omstreeks 1605-1679). Het kan echter ook gaan om vroedschapslid Samuel Gerobulus (overleden in 1686), denkelijk een familielid, zoon of neef van Johannes. In ieder geval was een Utrechtse regent genaamd Gerobulus in 1672 zeer welwillend tegenover de Fransen geweest. Dat blijkt uit het dagboek van een andere Utrechtse regent, Carel Martens. Gerobulus werd door Willem III samen met andere ‘oude heren’ – bedoeld wordt: bestuurders die hun tijd gehad hadden – uit zijn ambt gezet. Meer over Eijckenstein, Westbroek en Maartensdijk en het Rampjaar leest men door DEZE LINK aan te klikken.
AD