Op 29 juni 1795 diende de gerechtssecretaris van Oostbroek, Jan Hendrik van der Sluys, een burger van de stad Utrecht, een heel forse schadeclaim in van ruim 9.100 gulden (bijna 70.000 euro aan koopkracht nu). Van der Sluys was dat jaar teruggekeerd uit zijn ballingschap in Frankrijk en had het, vond hij, zwaar te verduren gehad. [Afbeelding: de spotprent ‘Patriotse hemelvaart’, Johann Heinrich Ramberg, 1787 – 1788, Rijksmuseum Amsterdam]
De patriot Van der Sluys vertelde, in het najaar van 1787 uit Utrecht te zijn gevlucht om de stad Amsterdam te helpen verdedigen tegen de Pruisische invallers, ‘uit hoofde van zijn Vaderlandsche denkwijze.’ Daarna vluchtte hij ‘tot behoud van lijf en leven, met zijn vrouw en kinderen uit het Vaderland, en [zocht] een schuilplaats in Vrankrijk […] alwaar hij een sober inkomen van 72 livres per maand voor hem, vrouw en kinderen heeft gehad.’ Bij een zo karig loon voor een gewezen bestuurder en notaris, was hij genoodzaakt geweest ‘tot maintien [onderhoud] van zijn huishouden, alle zijne meubilen en andere goederen die hij in 1787 had overgehouden te moeten verkoopen, en bovendien door de toeneemende duurte nog geduurige assistentie van ouders en familie heeft genooten.’ Daarbij kwam nog, dat hij in oktober 1789 voor eeuwig uit de stad Utrecht was verbannen. Wie de originele claim wil lezen [afgedrukt in de Verzameling van alle de memorien van geleeden schaden, (deel IV) [Utrecht 1795] klikke aan: De schadeclaim van de Biltse secretaris Van der Sluijs.
Als men deze LINK aanklikt, vindt men een volgende post over de gevolgen van de patriotse strijd en revolutie voor de kernen van de Bilt.
AD