Op dinsdag 16 april 1805 troffen inwoners van De Bilt voor de Oude School bij de Dorpskerk een baby aan. Het was een meisje dat te vondeling was gelegd. Men gaf haar de naam Vondelina van de Bilt. Toen ze zeventien was, kreeg ze zelf een baby, een zoontje. De jongen werd later ondergebracht in de veenkolonie Veenhuizen. Lies Haan-Beerends schreef erover. Afbeelding: Gezicht op een gesticht voor kinderen in de kolonie Veenhuizen, Alexandre Joseph Boens, naar H. van Geelen, 1827. (Rijksmuseum)
Drie dagen na de vondst bij de Oude School hield het Gerecht van De Bilt een buitengewone vergadering. Omdat het kind in De Bilt was gevonden, besloot men, het kind te laten dopen en het daarbij de naam Vondelina van de Bilt te geven. Om bij de doop de medewerking van de predikant te krijgen, verklaarden de schout en het gerecht dat de verzorging van het kind nooit ten laste van de diaconie zou komen.
Het gerecht bracht het meisje onder bij de echtgenote van Dirk van Beek, die daarvoor een wekelijkse vergoeding zou ontvangen. De schout mocht een wieg aanschaffen.
Zeventien jaar later beraadslaagde men opnieuw over het meisje. Zij was ongehuwd zwanger geraakt en was op 1 mei 1822 bevallen van een zoon, die de naam Willem kreeg. Omdat het meisje niet in staat was om voor Willem te zorgen, probeerde de gemeente toen de jongen twee jaar oud was voor elkaar te krijgen dat hij zou worden opgevoed in de koloniën van weldadigheid in Drenthe.
Generaal Johannes van den Bosch, die later in Nederlands Indië het cultuurstelsel zou invoeren, had in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. Deze particuliere instelling creëerde in Drenthe een stelsel van boerderijen waar arme Nederlanders uit andere delen van het land konden werken. Bekende kolonies waren Frederiksoord en Wilhelminaoord. In Ommerschans en Veenhuizen moesten bedelaars en landlopers onder dwang te werk gesteld worden. In Veenhuizen zouden ook enkele duizenden vondelingen en wezen worden geplaatst. De kinderen moesten werken en het regime was bijzonder hard. Oudere kinderen kaapten het voedsel en de dekens van de jongeren. Velen probeerden te ontsnappen, anderen stierven van honger en kou.
Willem, de zoon van Vondelina van de Bilt, kwam in Veenhuizen aan op 14 oktober 1830. Drie maanden later, op 21 januari 1831, is hij overleden. Hij was acht jaar oud. Wie meer wil weten over sociale zorg in Vondelinas dagen, de Franse tijd, klik HIER.
DAB
Literatuur:
L. Haan-Beerends, Vondelinge Vondelina van de Bilt, in: De Biltse Grift juni 2000.
L. Haan-Beerends, De Maatschappij van Weldadigheid en De Bilt, in: De Biltse Grift december 2018.