Gedurende het eerste kwartaal van de twintigste eeuw heeft er in het zuiden van de gemeente Maartensdijk vlak bij Blauwkapel een vuurwerkfabriek van de firma Ruysch gestaan: de Koninklijke Nederlandse Pyrotechnische Fabriek G.J. Ruijsch. Slechts met moeite kunnen we gegevens bijeenschrapen over de geschiedenis van het bedrijf. Zoals veel vuurwerkbedrijven bleek ook deze onderneming gevoelig voor ongelukken. Foto: Een sasloods van de vuurwerkfabriek van de Firma G.J. Ruysch na de ontploffing op 4 oktober 1912. (in: het tijdschrift Het Ideaal, Het Utrechts Archief)
De oudste vermelding van de vuurwerkfabriek is van juni 1892, toen het bedrijf een groot vuurwerk in Amsterdam verzorgde.
Geregeld werd in de media, ook in de landelijke, melding gemaakt van ongelukken. Het kwam vaak voor dat een houten gebouwtje in brand stond. In het Dagblad van Noord-Brabant van 4 mei 1923 werd gemeld: “Gistermiddag brak door tot nu onbekende oorzaak brand uit in de afdeling expeditie der N.V. Illuminatie en vuurwerk fabriek voorheen G. Ruysch, Blauwkapel gemeente Maartensdijk. Een kwartier na het uitbreken van de brand, die verschillende kleine ontploffingen veroorzaakte, arriveerde de Utrechtse brandweer met de motorspuit. Ze gaf spoedig vier stralen op het vuur neer. Vijf gebouwtjes werden geheel verwoest. Twee leden van het personeel werden licht gewond.”
In datzelfde jaar werden vijf gebouwtjes verwoest door ontploffingen. De onderneming leverde vuurwerk in het gehele land. Zo werd op 28 juni 1924 het vijfentwintig jarig jubileum van de Steenkolenmijnen Laura en de Vereeniging in het Limburgse Eijgelshoven opgeluisterd door een prachtig vuurwerk ‘geleverd door de firma Ruysch te Maartensdijk’, aldus de Limburger Koerier van 11 juni 1924.
Op 24 juli 1925 deed zich weer een ernstig ongeluk voor. “In een loods waren twee arbeiders en een meesterknecht aan het verteren van drijfkardoezen, toen plotseling een kardoes ontvlamde. In een oogwenk stond het geheele gebouwtje in lichte laaie. …. De meesterknecht was zeer ernstig gewond en in bewustelozen toestand naar de rijksklinieken vervoerd en kort daarna overleden”. Uit onderzoek is gebleken dat de arbeiders geen vuur gebruikt hebben in het gebouwtje.
Op 6 juli 1927 is – aldus de Staatscourant – het faillissement uitgesproken door de arrondissement rechtbank te Utrecht voor ‘N.V. Vuurwerk- en Illuminatiefebriek v/h Kon. Ned. Pyrotechnische Fabriek G.J. Ruysch’.
Later werd op de locatie van de vuurwerkfabriek het expeditiebedrijf Rovers gevestigd.
Met dank aan mevrouw W. Reinboud
JJR
Literatuur:
Diverse dagbladen: Nieuws van den Dag 24 juni 1892, Winschoter Courant 25.7.1925, De Maasbode 23.6.1927, Limburger Koerier 11.6.1924, Dagblad van Noord-Brabant 4 mei 1923, Nieuwsblad van het Zuiden 4.5.1923.
Staatscourant 13 juli 1927.
R. Hufen Hzn., Tuindorp, Een bedrijvige gemeenschap in de twintigste eeuw. Stichting de Plantage, Utrecht, 2001.
Online Museum De Bilt, Vlak voor Tuindorp: de polder begin twintigste eeuw.