In 1946 publiceerden kranten berichten over een staatsgreep die beraamd was tegen de Nederlandse regering. De samenzweerders overwogen, de regering af te zetten en de macht in handen te geven van prins Bernhard om een communistische greep naar de macht te verhinderen. Aanvoerder van deze groep en spin in het web was volgens de kranten overste b.d. L.A.M. Koppert, die woonde aan de Obrechtlaan 5 in Bilthoven. Afbeelding: Overste Koppert midden op de foto in 1939 bij de verheffing van de militaire luchtvaart tot het vijfde wapen van het Nederlandse leger. (Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie)
Meer informatie
Leonardus Arnoldus Marie Koppert was op 30 januari 1885 geboren. Hij stond aan de wieg van de Nederlandse Luchtmacht: in 1907 vroeg de opperbevelhebber van het Nederlandse leger hem om samen met kapitein Hardenberg een afdeling militaire luchtvaart op te richten. Later was hij op Soesterberg commandant van het derde luchtmachtregiment. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was hij met zijn manschappen gelegerd op het buiten Rustenhoven in Maartensdijk. Voordat hij zich met zijn mannen overgaf, begroeven zij in de voortuin munitie en wapens, die in 1975 doorspittende tuinlieden gevonden werden. De Duitsers lieten hem vrij op zijn erewoord en hij begaf zich in het verzet, waarvoor hij later het verzetskruis zou ontvangen uit de handen van prins Bernhard.
Na de oorlog was hij de leider van een conservatieve beweging die zich ‘de Landsknechten’ noemde. Deze groepering richtte zich tegen het communisme, maar ook in Kopperts woorden ‘tegen de corrupte bende van het ogenblik’. De Landsknechten bestonden gedeeltelijk uit oud-leden van de OD, de verzetsbeweging die veel militairen had aangetrokken. In de gelederen bevond zich bijvoorbeeld ook Pierre Sweerts, een Belgische Obersturmführer in de SS, nu een spion voor de Britten, oplichter en smokkelaar. Zij noemden zich een ‘burgerwacht’ en een ‘bijzondere vrijwillige landstorm’.
Plannen
Het is moeilijk vast te stellen, in welk stadium de plannen voor een staatsgreep waren. Er was inderdaad in het land grote bezorgdheid voor de communisten, die na de oorlog zeer populair waren door hun actieve rol in het verzet. Bij de verkiezingen van 1946 behaalden zij 11 procent van de stemmen. Er zijn plannen uitgelekt om het hoofdbureau van politie in Rotterdam te bezetten en vijfentwintig mensen te arresteren.
Historici zoals De Graaff en Wiebes en Botman bevestigen dat er plannen voor een staatsgreep waren. Igor Cornelissen citeerde uit afgeluisterde telefoongesprekken van Koppert, waaruit blijkt dat hij contacten had met Haagse kringen en met de Britse ambassade. Het waren spannende tijden; de overste kreeg een telefoontje van de Utrechter De Goede die vertelde: ‘Vannacht is één van onze mensen doodgeschoten, één van de weinige goede.‘ Koppert vermeldde daarin ook dat hij een afspraak had om met prins Bernhard te dineren op Soestdijk. Koppert zelf beweerde dat het allemaal onzin was omdat zijn beweging trouw was aan de Kroon. Zijn plan zou bekend zijn aan de minister-president en aan generaal Kruls, de chef van de Generale Staf. Overigens werd Kruls later in verband gebracht met een plan voor een staatsgreep in datzelfde jaar 1946 onder leiding van oud-premier Gerbrandy.
Volgens dossier 1661 van de B.V.D. was het Rijksverband der Vrijwillige Landsknechten in november 1945 opgericht door M. Dr. A. de Goede uit Utrecht, Pieter Winterink en H.J.E. Vermeulen. Zij wilden een dam opwerpen tegen het communistische gevaar. De Goede en Koppert zouden het plan hebben besproken met prins Bernhard. Na een breuk met De Goede zette Koppert de beweging voort.
In maart 1946 richtte Koppert een paramilitaire beweging op met zichzelf als opperbevelhebber. Hij zette een uitgebreide organisatie op touw, waarin vele ex-officieren en ex-leden van het verzet voorkwamen. Bij een bespreking ten huize van kolonel Schmidt op 1 mei 1946 verklaarden de aanwezigen zich vóór de Kroon en vóór de ondeelbaarheid van het Koninkrijk der Nederlanden. Zij hadden dus ook duidelijke bezwaren tegen het afstaan van de Indische koloniën.
Onder de leden was Pieter Winterink, die lang in Rusland had gewerkt en door de Russen tot majoor was bevorderd. Dat lezen we in een geheim veiligheidsrapport van 29 september 1949. Hij gaf zich uit voor anticommunist maar hij was degene die de plannen van de landsknechten doorgaf aan het communistische dagblad De Waarheid.
“Door gebrek aan financiën kon de organisatie zich niet ontplooien. De plannen zijn niet gerealiseerd,” lezen we in het B.V.D.-dossier. “Echter moet de kracht van deze organisatie niet onderschat worden.”
Nasleep
Aanhangers van de Landsknechten kunnen we later ook aantreffen bij SOAN, de beveiligings- en spionagedienst die officieel de Stichting Opleiding Arbeidskrachten Nederland heette. Daar werd in 1949 vanwege de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië besloten om een aanslag te plegen op de socialistische premier Drees en op de Indonesische minister Mohammed Hatta. Deze organisatie werd opgeheven nadat hij betrokken was bij de moord op de Duitse spion Schallenberg.
Volgens een rapport van de Rijksrecherche Amsterdam van 17 februari 1950 beschikte Koppert in dat jaar nog over een particuliere veiligheidsdienst. Zelfs radio Moskou had tegen deze dienst gewaarschuwd. Hieronder: overste Koppert in 1947, toen hij sprak voor een bijeenkomst van Letse vluchtelingen.
In 1985 vierde overste Koppert in Bilthoven zijn honderdste verjaardag. Hij overleed vijf jaar later, in 1990, op 105-jarige leeftijd.
DAB
Literatuur:
Kranten: Het Algemeen Handelsblad 16 12 1936; De Waarheid 15 04 1946; Trouw 13 04 1946 en 15 05 1992; Het Nieuw Utrechtsch Dagblad 17 11 1947; Het Algemeen Dagblad 31 01 1985; Het Parool 04 07 1992 en 11 07 1992.
BVD, OD. nr. 1661 Landsknechten, Rijksverband der vrijwillige.
B. de Graaff en C. Wiebes, Gladio der vrije jongens, een particuliere geheime dienst in Koude Oorlogstijd, ’s-Gravenhage 1992.
J. Botman, Sweerts en de Britse geheime dienst in Hollandsche Rading, in: Sint Maerten mei 2021.