Op het adres Soestdijkseweg 161, op het terrein van het RIVM, ligt een fraai pand dat verbonden is met interessante aspecten van de geschiedenis van Bilthoven. [Détail een bouwtekening van de noordgevel vanD’De Varenkamp’, uit het Archief van de gemeente De Bilt, Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, BWT BV 57/09.]
O een openbare veilig, in maart 1884, verkoopt de nieuwe eigenaar van Jagtlust, Hendrik Copijn, een deel van zijn pas verworven landgoed aan Paul P.H.R. van Rossem uit Soest en en mr. J.H. Caspers te Maarssen. Die bouwen er in 1885 een ‘bouwmanswoning’, een zomerhuis en wat schuren. Pachter E. van de Haar begint in de boerderij een varkensfokkerij. Hij heeft 51 varkens en zes koeien. Van de Haar produceert niet alleen wat melk en vooral vlees produceert maar ook mest voor de arme Biltse zandgrond. Daarnaast Vetpot was het niet. In 1900 brengt de fokkerij maar 650 gulden op, ruime 10.000 euro nu. In De Bilt verdiende alleen de collega-boer van boerderij Jagtlust minder. Af en toe zal Van Rossem (inmiddels enig eigenaar) langsgekomen zijn om gebruik te maken van de herenkamer. Van Rossem is in 1900 wethouder en ambtenaar van de burgerlijke stand in De Bilt.
In 1907 koopt de burgemeester van De Bilt H. Ph. J. baron van Heemstra de boerderij die hij in 1909 door aannemer H. Fukkink laat verbouwen tot landhuis. Van de boerderij blijft niet veel over, op delen van de noord- en de oostgevel en de veranda na. Opvallend zijn daarin de vensters aan de noordkant, met een ‘gebroken’ bovendorpel. De nieuw verrezen villa is een groot vrijstaand bakstenen pand, met twee bouwlagen en een samengesteld wolfsdak. Van Heemstra verfraait het interieur met een aantal zeventiende-eeuwse zaken zoals twee schouwen uit 1624 en 1663. Het pand wordt, waarschijnlijk door de burgemeester ‘De Varenkam[p]’ gedoopt, mogelijk afgeleid van de tekst ‘Varenkam‘ op een stenen beeld bij het buiten met een leeuw die een schild vasthoudt. (Onderaan deze post ziet men een overgebleven fragment van dit beeld.) De betekenis van het woord is overigens onbekend.
Op 14 november 1940 stort een bommenwerper neer tegenover ‘De Varenkamp’. De vierkoppige bemanning verliest het leven, drie burgers raken gewond, onder wie de zoon van toenmalige burgemeester Van den Borch. De woning van de burgemeester werd bij deze gelegenheid verwoest. Voor meer daarover klik men HIER.
‘De Varenkamp’ werd aan het begin van de bezetting geconfisqueerd door de Duitsers. Die verbouwden het pand tot marechaussee-kazerne. Na de Tweede Wereldoorlog werd ‘De Varenkamp’ in gebruik genomen door de Rijkspolitie, de toenmalige politieafdeling voor landelijke diensten en gemeenten zonder gemeentepolitie. ‘De Varenkamp’ werd het onderkomen van de ‘verkeersschool’ waar iedere aankomende verkeers-politieman een opleiding kreeg. De dienders kregen er les in der werking van motoren, in autorijden, slip- en bochtentechniek, in verkeerswetgeving, optreden bij ongevallen en fotografie. Voor meer informatie over autos van dezee politiedienst klik men HIER. In 1953 kwam het RIVM naar Bilthoven. Op het terrein van deze in 2025 uit De Bilt te vertrekken instelling is ‘De Varenkamp‘ nog steeds te vinden.
AD
Bron: Broekhoven, S. en S. Barends, De Bilt, Geschiedenis en architectuur. Zeist, 1995; voorts: de site van de Historische Kring De Bilt s.v. Varenkamp.
De 19e eeuwse ‘bouwmanswoning‘ ‘De Varenkamp‘, foto Historische Kring de Bilt.