Op deze site worden de namen Maartensdijk en Oostveen nogal eens door elkaar gebruikt. De voormalige archivaris van de in De Bilt opgegane voormalige gemeente Maartensdijk, mw. Fenna E. Brouwer  geeft daarover opheldering. [Plaatsnaambord Maartensdijk voor de gemeentelijke herindeling van 2001. Beeldbank Historische Vereniging St. Maerten, nr. 0641.]

 

Meer informatie

 

Mw. Brouwer schrijft in de inventaris van Toegang 1033 (Gerecht Oostveen, 1639-1811) van het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen:

Voor zover bekend is kwam de naam Oostveen voor het eerst voor in 1355, niet voor een nederzetting maar voor het gehele gebied tussen de Vecht en de Vuurse.’

(Inmiddels leverde onderzoek van Online Museum De Bilt informatie op, over een eerder voorkomen van de naam, in 1262, Klik daarvoor HIER).

De toelichting in de inventaris vervolgt:

 

‘Pas later zou de naam Oostveen ook gebruikt worden voor de huidige nederzetting Maartensdijk. In de 14e eeuw werd een begin gemaakt met de ontginning van de venen ten noorden van de Bisschopswetering. Omstreeks het midden van de 14e eeuw kwam de Nieuwe Wetering tot stand en al in 1392 werd melding gemaakt van de Oostveense vaart, waarvan gezegd werd dat ze ‘in des Domproests gerecht leyt’. De aanleg van een dijk langs deze vaart vormde een volgende fase in de ontginning; deze werd afgesloten met de ontginning van het meest noordelijke stuk tot aan de Hollandse Rading en de Vuurse die pas in de 16e eeuw werd voltooid.

De naam Maartensdijk kwam voor het eerst voor in 1405 in verband met een Sint Jacobskapel ‘opt veen’. Het is echter niet zeker of deze kapel zich op hét grondgebied van het huidige dorp Maartensdijk bevond. In het begin van de 15e eeuw doelde de naam Sint Maartensdijk waarschijnlijk alleen nog maar op de hierboven genoemde dijk langs de Oostveense vaart. Deze naam is afkomstig van de heren van de Dom te Utrecht die aan de dijk in hun gerecht de naam van hun patroonheilige Sint Maarten gaven . Ook in het begin van de 16e eeuw gold de aanduiding Maartensdijk nog niet voor de tegenwoordige nederzetting. Deze heette toen nog Oostveen zoals blijkt uit een omschrijving van de tienden van de Dom ‘int ’t overste block over Sinte Martensdijk off weteringe…iuxta cuius limites locus Oestveen‘. Uiteindelijk is de naam Maartensdijk in de loop van de 16e eeuw overgegaan op de nederzetting aan de noordelijke dwarsdijk, die de belangrijkste was.

Hier ontstond in 1555 ook de parochiekerk. De verheffing van Oostveen tot zelfstandige parochie bracht ook in territoriaal opzicht een zekere zelfstandigheid met zich mee. De bestuurlijke grenzen vielen in die tijd nagenoeg samen met de parochiale indeling. Het gerecht Oostveen omvatte rond 1600 de volgende gebieden: de nederzetting Oostveen of Sint Maartensdijk, Oude of Achter Wetering, Herverskop, Blauwkapel (Voordorp), Groenekan, Nieuwe Wetering, Biltse-straatweg en het Zwarte Water. In het zuiden grensde dit territorium aan de stad Utrecht, in het westen aan het gerecht Achttienhoven, in het noorden aan het Gooise Bos en in het oosten aan het gerecht De Bilt.

Het gebied van het gerecht Oostveen kwam overeen met dat van de latere gemeente (dus niet het dorp) Maartensdijk; het strekte zich uit van de stad Utrecht tot Hilversum en was ongeveer 20 km lang en 5 km breed. Deze situatie is lange tijd onveranderd gebleven.’

AD

Voor de tekst van het bovenstaande citaat en relevante stukken over Oostveen en Maartensdijk klik men HIER.