Op 24 maart 1811 kondigde burgemeester Eyck af, dat maten en gewichten konden worden geijkt, ‘aan den Tolakker.’ Het ging daarbij om gewichten en maten zoals we die nu kennen.  (De ‘standaard meter’  van Etienne Lenoir, 1799 (Rijksmuseum Amsterdam) en een standaardkilogram met houten kistje (rijksmuseum Boerhaave, V13918).)

Meer informatie

De ijking – die waarschijnlijk  plaats vond in de boerderij die later gemeentehuis zou worden – was een bijzondere gebeurtenis: de meting of controle geschiedde volgens nieuwe, door de landelijke overheid vastgestelde vaste maten en gewichten. (De boerderij ‘De Tolakker’ dateert uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw en diende als rechthuis annex herberg.)

In Nederland werden de Franse standaardisering en vernieuwing van de maten en gewichten zoals die tot in de Franse tijd hier te lande werden gebruikt, in 1809 ingevoerd door koning Lodewijk Napoleon. De nieuwe maten en gewichten waren bepaald aan de hand van het decimale stelsel. In dit nieuwe metrieke systeem werd met eenheden van tien, honderd, duizend etc. gewerkt.

Vóór het metrieke systeem had ieder land en iedere regio een eigen manier van meten, met benamingen die verschillende betekenissen konden hebben. Voor informatie daarover klik men HIER om de Databank oude maten en gewichten van het Meertens Instituut te bekijken.

Op de Parijse Conferentie van 1798 werd de fundering van het metrieke stelsel gelegd. Vertegenwoordigers van de Bataafse Republiek,  J.H. van Swinden en H. Aeneae, boden op 20 augustus 1799, aan het Franse Uitvoerende Bewind niet alleen een ijzeren meter en maar ook een koperen kilogram aan.

Op 1 februari 1809, in de tijd van Lodewijk Napoleons koninkrijk Holland,  werd een ontwerp aangeboden van een Wet tot invoering van een algemeen stelsel van Maten en Gewigten. Voordat de wet in werking kon treden werd het koninkrijk,  het jaar daarop, ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. In praktijk werd het metrieke stelsel in de jaren daarna, op een heel gering aantal plaatsen na, niet ingevoerd.

Tot die plaatsen hoorde kennelijk ook Maartensdijk, zoals men kan lezen in het verslag van de Maartensdijkse gemeenteraad van 24 maart 1811 (zie hieronder).

Al snel na het vertrek van de Fransen werd in 1814 een commissie samengesteld die de invoering van een uniform stelsel van maten en gewichten moest onderzoeken.  Koning Willem I vond het economische voordeel van het Franse systeem uiteindelijk zo belangrijk dat hij het Franse metrieke stelsel overnam. Zo kwam de eerste ijkwet, van 21 augustus 1816 tot stand. Die legde het gebruik van het metrieke stelsel vast, maar behield naast begrippen als de meter en de kilogram de oude Nederlandse benamingen voor veel maten en gewichten. Het gebruik van Franse namen was voor judiciële en notariële akten verboden. Langzaam maar sleet na die tijd het gebruik van oude namen als  roede, palm en last weg (voor toelichting op deze namen zie men de hiervoor genoemde databank van het Meertens Instituut.)

 

AD

 

Bron: Bron:  Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, toegang 1033, nr. 7 notulen van het gerecht, sinds 1811 gemeentebestuur, met verbalen van de maire en de schout c.q. burgemeester, 1794 – 1817.

Literatuur: J.M. Verhoeff, De oude Nederlandse maten en gewichten  (Amsterdam 1983). Michiel Kruidenier en Joost van der Spek, Maartensdijk, geschiedenis en architectuur (Zeist 2000) 180.