De rijke geschiedenis van Jagtlust onthult steeds meer nieuwe ontdekkingen. Het Algemeen Handelsblad van 25 september 1854 vermeldde dat Jonkheer Van den Bosch, de toenmalige bewoner, een zilveren medaille had gewonnen voor de uitstekende tabak die hij kweekte (o.a. op de zeer vruchtbare grond van de voormalige gemeentekwekerij achter de tuinmanswoning en verder naar het zuiden). Ellen Drees deed onderzoek en legde het vast. Jagtlust lag in die tijd aan een belangrijke verbindingsroute tussen Utrecht-De Bilt-Soestdijk en verder.

Koning Lodewijk Napoleon had rond 1809 plannen om belangrijke verbindingsroutes te bestraten. De Steenstraat was al bestraat. Uiteindelijk vond de bestrating van de Soestdijkseweg (toen nog Prinsenlaan) plaats in 1827. Frieda Heijkoop schreef er een boeiend artikel over, waarbij we zien dat heel veel namen van toen nu nog steeds bestaan. Bestrating was duur en om gebruik te mogen maken van ‘comfortabele’ verbindingswegen moest men vaak tol betalen. Kees Floor zocht het uit en gaat terug in de tijd dat er nog tolpachters aan de Soestdijkseweg waren. Abe Postema gaat nóg verder terug in de tijd en beschrijft in vogelvlucht het ontstaan van De Bilt, vanaf de tijd dat hier rondtrekkende jagers en vissers actief waren, tot de eerste nederzettingen, het klooster Oostbroek in de Middeleeuwen en het ontstaan van het dorp De Bilt aan een belangrijke handelsroute, tot de gemeente zoals we die nu kennen.

Dit alles staat beschreven in de extra dikke decemberuitgave van De Biltse Grift, die vanaf ca. 9 december verkrijgbaar is bij de boekhandels in De Bilt en Bilthoven.