In 1883 nam J.B. Groenewegen, een kweker uit Amsterdam, een stuk grond aan de Holle Bilt in gebruik. Zijn argument: De grond, lichte en zware zandgrond, is voor de kwekerij uitstekend. Wat hier gezaaid en geplant wordt, maakt prachtige wortels, en dien ten gevolge slaan de daar gekweekte gewassen op alle gronden gemakkelijk aan, beter dan die op klei en veengronden.
Hij kweekte er bomen en ging er prat op dat hij 210 soorten appels in bezit had. Het was een bedrijf van meer dan veertig hectaren waar tientallen arbeiders werkten. Later werd dit bedrijf Linnaeus genoemd naar Carl Linnaeus, de Zweedse plantkundige die met zijn indeling van het plantenrijk veel invloed heeft gehad. Groenewegen had al eerder grond aan de Groenekanseweg in bedrijf genomen. Ook zijn zonen waren actief in de kwekerij. De firma, die ook parken voor landgoederen ontwierp en aanlegde, kreeg in 1905 het predikaat Koninklijk.
In 1890 liet hij er ook de directeurswoning bouwen, een villa die ook de naam Linnaeus kreeg, maar die later de Wende werd genoemd. (Afbeelding Villa Linnaeus circa 1910 Collectie het Utrechts Archief). Ruzie tussen de zoons leidde de neergang van het bedrijf in. In 1932 werd de boomkwekerij, intussen Blass en Groenewegen genoemd, overgenomen door Riessen uit Zeist.
DAB
Literatuur:
F. Nas, Boomkweker en handelsman: Johannes Barend Groenewegen, in: De Biltse Grift 1995.
S. Broekhoven en S. Barends, De Bilt, Geschiedenis en architectuur, Zeist 1995 p. 151-152.