In de tuin van Soestdijkseweg 15 in de Bilt staat een bijzonder monument. Vijf stangen komen vanuit de grond omhoog en buigen op verschillende plekken naar buiten. In het midden bevindt zich een kubus met namen erop. Dit monument werd op 20 oktober 2003 onthuld door Nederlandse, Amerikaanse en Duitse familieleden van de mensen die betrokken waren bij het neerstorten van een Amerikaanse B17 op 20 oktober 1943. Hierboven een foto van het monument. (Foto DAB)
Op 20 oktober 1943 stortte een ‘B-17’ bommenwerper van de Amerikaanse Luchtmacht neer op de Soestdijkseweg Zuid in De Bilt. Het toestel was opgestegen in Engeland met een grote lading bommen om die boven Duitse doelen te droppen, maar werd onderweg door Duitse jagers onderschept. Het dropte zijn bommen en volgde een koers terug naar zijn thuisbasis. Daarbij werd het achtervolgd door een van de Duitse jagers, die de bommenwerper zwaar beschadigde. Boven Noord-Brabant sprongen vijf bemanningsleden, onder wie de beide piloten, met hun parachute uit het toestel, dat op de automatische piloot verder vloog. De voortdurende aanvallen leidden echter tot het neerstorten van het brandende toestel in De Bilt.
Toen de Duitse piloot zag waar het toestel neergekomen was, vloog hij door naar de nabij gelegen vliegbasis Soesterberg, op dat moment een Duitse bommenwerperbasis, charterde daar een motorfiets en reeds naar de crashplaats.
De villa Soestdijkseweg Zuid nr. 15 werd gedeeltelijk verwoest; de villa op nr. 19 stortte na een enorme brand en explosies, geheel in. De drie burgers die daarin aanwezig waren, kwamen om bij de crash, evenals de vijf in de bommenwerper achtergebleven gewonde Amerikaanse vliegers. De namen van alle acht dodelijke slachtoffers staan op de draaibare kubus van het monument.
De Duitse piloot verscheen op de crashplaats, waarvan de inmiddels aanwezige Deutsche Militäre Presse Dienst voor propagandadoeleinden opnamen maakte.
Van de vijf boven Brabant gesprongen bemanningsleden, ontsnapte er een terug naar Engeland door middel van een ‘escapelijn’; de overige vier werden na aanvankelijke hulp van Nederlandse burgers toch gearresteerd en verbleven tot het einde van de oorlog in Duitse gevangenenkampen.
Een Nederlands jongetje van zeven jaar oud was getuige van de ramp. Zijn naam was Co de Swart. Hij begon na zijn pensionering eind vorige eeuw een onderzoek naar de crash. Bij jarenlange naspeuringen vond hij de nog in leven zijnde copiloot van de USAAF bommenwerper en de kinderen van de Duitse jachtvlieger. Hij nodigde hen evenals vele andere betrokkenen en getuigen uit, een Memorial Day bij te wonen die exact zestig jaar na de crash plaatsvond. Daarbij werd ook een Monument voor de omgekomenen onthuld. De dag werd voorbereid samen met de toenmalige voorzitter José Cladder en leden van de Historische Kring D’Oude School en met medewerking van de Gemeente De Bilt. Hij vond op 20 oktober 2003 plaats.
Onder de aanwezige genodigden bevonden zich een delegatie van de ‘Gemeinschaft der Flieger – Int., de Amerikaans Ambassadeur, de Duitse en Amerikaanse Air Attachés, de kinderen van de Duitse Jachtvlieger en de zoon met echtgenote van de Amerikaanse co-piloot. Ook waren daar enkele oorspronkelijke bewoners van het pand Soestdijkseweg 15 en familieleden van de toenmalige bewoners van het pand nr. 19.
Door blijvende contacten met De Swart, staken vele Amerikanen, familie van de oorspronkelijke bemanningsleden de oceaan over en bezochten in latere jaren het Monument.
CdS en JC
Literatuur:
Voor uitgebreider gegevens over het onderzoek zie www.aircrewremembered.com/gallery
Hieronder de kubus met de namen van de slachtoffers. (Foto DAB)
U bevindt zich op de rondleiding over de Tweede Wereldoorlog.
Voor het vervolg klik HIER.