Afgebeeld is de Nieuw-Amsterdam, een schip dat vele landverhuizers, ook uit de voormalige gemeente Maartensdijk,  na de Tweede Wereldoorlog naar het Amerikaanse continent bracht. (Foto van een schilderij van W.J. Hoendervanger, bruikbaar onder Creative Commons Attribution 3.) Op 16 en 17 april 1952 was er aandacht in de landelijke pers voor het vertrek van een zeer groot gezin uit Maartensdijk aan boord van dat schip naar Canada.

 

Meer informatie

Op 16 april, om acht uur ’s avonds, konden radioluisteraars via het ANP vernemen: Op de Nieuw-Amsterdam heeft zich vandaag het grootste gezin ingescheept dat tot nu toe naar Canada is geëmigreerd. Het waren vader en moeder Griffioen uit Maartensdijk bij Utrecht die zich met zeventien kinderen, een schoonzoon (de verloofde van een van de dochters) en een vriendje van een van de zoons in Canada gaan vestigen.

Het enige bijzondere in dit bericht was de omvang van het vertrekkende gezin. Al kort na de oorlog werden Nederlanders aangespoord naar elders af te reizen. Zo ook in november 1945. Toen werden bioscoopbezoekers in Nederland geconfronteerd met een ernstige boodschap: men zag een film met beelden van een verwoest land en uit de luidsprekers klonk: De bevolking van Nederland neemt sneller toe dan in enig ander land in West Europa. We moeten er rekening mee houden dat ongeveer honderdduizend Nederlanders per jaar als landverhuizers ons land zullen moeten verlaten. In 1948 dacht een derde van de Nederlandse bevolking serieus aan emigratie. Het land zou te vol zijn, en men zou er geen toekomst hebben. Voor niet iedereen zou in de jaren van de Wederopbouw plaats zijn, dacht men. In 1950 zeiminister president Drees: Een deel van ons volk moet het aandurven zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan eigen land. Zo gebeurde het dat tussen 1945 en 1967 ongeveer een half miljoen Nederlanders naar andere continenten trokken. Velen bleven in landen als Australië en Canada, anderen keerden terug, slecht voorbereid of teleurgesteld in het nieuwe land.

Ook het vertrek van de Griffioens kreeg grote aandacht, en niet alleen door het ANP. De landelijke pers schreef er uitgebreid over. In de Volkskrant van 17 april las men bijvoorbeeld:

Met 21 tegelijk. Familie-karavaan naar Canada […]. De heer Griffioen, een veehandelaar uit Tuindorp Maartensdijk, is met zijn vrouw, zeventien kinderen, een schoonzoon en een vriend van een zijner jongens — 21 man totaal — naar Canada vertrokken. De eerste etappe — van Utrecht naar de boot in Rotterdam — heeft de familie Griffioen afgelegd in een gehuurde autobus. De jongste emigrant is een jaar. Vandaar, dat er een kinderwagen op het dak. van de toerwagen stond. Ofschoon de heer Griffioen zich in Nederland een goede financiële positie had verworven, is hij vanmiddag aan de kop van een respectabele stoet de loopplank van de „Nieuw Amsterdam” opgestapt omwille van de toekomst van zijn kinderen (zes jongens en elf meisjes), Vader Griffioen heeft in Canada een veehouderij gekocht, waarin hij met zijn nakomelingschap een boterham moet kunnen verdienen. Voor een der dochters is de overtocht tevens de huwelijksreis. Zij is gisteren getrouwd en heeft zich vandaag met haar man bij het reisgezelschap aangesloten.

In de geschiedenis van Tuindorp van Rob Hufen leest men dat de veehandelaar Jan Griffioen met zijn broer in Tuindorp woonde aan de Mr.  Tripkade 17, huize  De Paddenstoel. Jan – de vader van het grote gezin –  was gehuwd met Sandrina Peek. Zij hadden inderdaad achttien kinderen. Jan exploiteerde met een aantal familieleden een veehandel en  de ijsbaan St Moritz aan de Inundatiekade (nu  de  Taagdreef in Overvecht). De ouders van Jan hadden een boerderij aan de Gageldijk 86.

AD

 

Literatuur:

Meer over deze emigratie is te vinden op de site van Andere Tijden, in de aflevering: Emigratie naar Canada.

Over Tuindorp en de familie van Jan Griffioen: Rob Hufen Hzn, Tuindorp. Een bedrijvige gemeenschap in de twintigste eeuw. Geschiedenis en biografisch woordenboek (Utrecht 2001).