Adri Pieck – Antonie Pieck met Rene de Clecq samenwerkend voor de bloemlezing, houtskool met conté, (niet in collectie).
Adri leerde de dichter en schrijver René de Clercq (1887-1932) kennen toen hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog met zijn gezin uit Vlaanderen naar Nederland vluchtte. De Clercq vestigde zich met zijn gezin in Bussum, waar hij een regelmatige gast en huisvriend werd van de familie.
De Clercq koos tijdens de oorlog voor het activisme, een beweging van Vlamingen die met hulp van de Duitsers hun rechten in de Belgische staat wilden versterken. Dit mislukte met de Duitse nederlaag in 1918. De Clercq vluchtte opnieuw naar Nederland en begon in Bussum een kunsthandel. Hij werd bij verstek ter dood veroordeeld.
Op dit schilderij werken De Clercq en Pieck samen werken aan een geschrift: Bloemlezing voor Noord – en Zuid-Nederland. Het schilderij is gemaakt na 1919 en voor 1925, toen vader Pieck overleed. De Bloemlezing is nooit verschenen.
Adri Pieck, Ria Vervoort (piano), René (dwarsfluit) en de gezusters Marie en Betty Pieck (niet in collectie). Ria Vervoort was een vriendin en geliefde van De Clercq. Hij had haar in Nederland leren kennen. De relatie gaf nogal wat commotie.
De vriendschap met de familie Pieck bleef. De Clercq stierf plotseling tijdens een bezoek bij de familie, die inmiddels in Hollandsche Rading woonde.
Adri Pieck, Het 5de Vlaamsch nationaal zangfeest, Collectie Van der Horst.
Ook na de dood van René De Clercq bleef bij Adri Pieck de belangstelling voor de Vlaamse emancipatie strijd bestaan. Zo schilderde zij in 1937 Het Vlaams Nationaal Zangfeest dat op 25 augustus 1937 te Brussel gehouden werd. Het zangfeest maakte deel uit van een lange reeks van jaarlijkse zangfeesten. Er werd op dit zangfeest het ‘Coers’ lied’ uitgevoerd, een gedicht van René De Clercq, op muziek gezet door Jef van Hoof. De dirigent was Arthur Meulemans. De tekst luidt:
Kunst is kracht, het hoogste recht op leven.
Kunst waar geen macht ter wereld hand op legt.
Kunst is het volk van Nederland gegeven,
Dies, wat ook valle, Nederland staat recht.
Grootheerlijk Volk, wat klinkt als een klaroene,
Zoo koene, Over Noord en Zuid?
Coers’lied, vooruit,
Met vroom geluid:
Daar is nog Recht te doene.
uit René De Clercq, De Noodhoorn. (Utrecht 1916) p. 25.