‘Het noordelijk deel der gemeente – het deel dat tegenwoordig Bilthoven heet – was woeste grond’, Schreef E.E. Gewin in 1944. ‘In dat gedeelte der gemeente (het huidige Bilthoven) bleef intusschen nog alles overigens ‘woest en ledig”.’ In werkelijkheid was dat gebied niet zo leeg. Op de afbeelding zien we links de links de noordelijke en rechts de zuidelijke bebouwing van het westen van Bilthoven in 1795. Mr. P.H. Damsté, de gemeentesecretaris van De Bilt, die zeer in geschiedenis geïnteresseerd was, maakte de kaartjes voor het boekje Bevolking en bebouwing van De Bilt en Bilthoven in 1795.
Pas in 1917 heeft de gemeenteraad van De Bilt de naam ‘Bilthoven’ vastgesteld voor het gebied in het noorden van de gemeente. Voor dat jaar was het grondgebied er natuurlijk ook al en er was enige bebouwing en bewoning. De bebouwing bestond voornamelijk uit boerderijen en een paar landgoederen.
Een belangrijke bron is de lijst van alle inwoners van het gerecht Oostbroek en De Bilt c.s., die het provinciaal bestuur van de nieuwe Bataafse Republiek in 1795 aan het lokale bestuur had gevraagd.
Ten oosten van de Soestdijkseweg was er was er vooral woeste grond. Er stond één boerderij, die ‘de Hoeve’ heette. Hij was sinds 1722 het bezit van de eigenaar van Houdringe en werd in 1795 gepacht door Arnoldus Elbertse.
In het westen trof men een groter aantal boerderijen aan en zelfs enkele woonhuizen, die echter niet een dorp vormden. De huizen werden vermoedelijk bewoond door dagloners. In de lijst van inwoners van 1795 signaleerde men de boerderijen de Oldenbrandenburg, de Eijkelekamp, de Leijen Hoeve, Leijenoord, de Voorst, Eik en Heilust, de Morgen, de Middag en de Avond, de Hooge Wooning, de Koekoek en Splinterenburg. Enkele boerderijen werden wel geregistreerd maar niet met hun naam genoemd.
De buitenplaatsen en landhuizen die men registreerde in het huidige Bilthoven, waren Jagtlust, Ridderoord en Meyenhage. Verder lag een deel van Houdringe op grondgebied dat later ‘Bilthoven’ werd genoemd.
Er waren, zoals uit de kaartjes blijkt, ook schaapskooien, vooral in het noordelijke deel van Bilthoven en langs de huidige Jan Steenlaan, die eerder een ontginningsdijk was geweest. Voordat de naam ‘Bilthoven’ werd bedacht, was dat deel van De Bilt zeker niet leeg.
DAB
Literatuur:
Damsté, P.H., Bevolking en bebouwing van De Bilt en Bilthoven in 1795, De Bilt 1971 2e druk.
Gewin, E.E., De Bilt, een Utrechtsch dorp in vroeger eeuw, De Bilt 1944 2e druk.