In ‘het meisje met het rode haar’ vertelt Theun de Vries over het leven van de verzetsstrijder Hannie Schaft tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een opvallend gedeelte van het verhaal speelt zich af in Bilthoven. In werkelijkheid liep het verhaal anders. Foto: Hannie Schaft in 1945 op de binnenplaats van het Huis van Bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam, kort voor haar executie. (Nationaal Archief)
Gedurende enkele hoofdstukken van het boek waren Hannie en haar geliefde Hugo op zoek naar de verrader Voslander. Zij namen de wachtmeester van politie Babbelo gevangen en mishandelden hem om hem te laten vertellen waar deze Voslander zich ophield. Na een nieuwe mishandeling mompelde de politieman: ‘Bilthoven’, maar toen hij probeerde hij te ontsnappen, schoot Hannie hem dood.
In zijn zakboekje vonden ze vier adressen die in aanmerking kwamen en ze begaven zich naar Bilthoven. De beschrijvingen van het dorp zijn gedeeltelijk te herleiden tot de werkelijkheid maar voor een deel ook wat vreemd. Hannie en Hugo hielden dagen lang de wacht bij verschillende adressen maar ze zagen geen Voslander voor het raam verschijnen of naar buiten komen. Aanvankelijk sliepen ze ’s nachts in een schuur, later in de open lucht in het bos. De ‘vossenjacht’ leverde niets op.
Toen werden ze op straat aangesproken door een oude heer, mr. Lievensz, die hun onderdak aanbood en bereid was om te helpen. Hij wilde zelf ook wel bij een van de huizen posten. Zijn zoon was een jaar eerder gefusilleerd. Na een paar dagen meldde hij dat de Bilthovense politiechef Mekkink bezoek had gehad van een man die opvallende gele handschoenen droeg. Dat paste goed bij het signalement van Voslander.
Mislukte vossenjacht
Hannie en Hugo gingen, nog steeds volgens het verhaal van Theun de Vries, naar het huis van Mekkink en wachtten af. Voslander kwam met twee mannen naar buiten en ze gingen naar het station, waar ze in de trein naar Utrecht stapten. Hugo en Hannie kochten snel een kaartje, maar in Utrecht stapten de mannen in een gereedstaande auto en reden ze weg.
Verslagen besloten de verzetsstrijders om maar te vertrekken, maar onderweg kwamen ze langs het huis van een andere relatie uit het zakboekje van wachtmeester Babbelo. Dat was Van der Beijere, de directeur van de Stichtse Handelsbank, een collaborateur die grootaandeelhouder was van de Oostcompagnie. Hij had volgens het boek geprofiteerd van de moord op boeren in Polen en Oekraïne en de verkoop van hun vrouwen en kinderen. Daarnaast wilde hij ook nog burgemeester worden. Ze besloten om dan maar deze man te vermoorden. Toen hij met de auto zijn huis verliet, schoten ze allebei op de bankier. ‘De wagen zwenkte scheef, stuurloos en willoos en botste toen tegen een boom. Er volgde geen beweging, geen geluid. Alleen de motor ronkte stompzinnig door.’ De inzittenden overleefden het niet. ‘Wij hadden geen vos gevonden, wij hadden alleen onderweg een paar hyena’s opgeruimd, zo drong het tot mij door…’
Wat er echt gebeurde
Het boek van Theun de Vries is geromantiseerd. De auteur heeft dialogen en emoties ingevoerd, hij heeft namen veranderd en nieuwe gebeurtenissen bedacht. Uit verschillende historische onderzoeken kunnen we een ander beeld van de gebeurtenissen reconstrueren.
Het communistische verzet zocht in die tijd niet naar Voslander maar naar Pieter Otto Christiaan Vosveld, roepnaam Piet, oorspronkelijk zelf ook een communistische verzetsman. Hij was op 1 april 1943 gearresteerd en de SD had hem op het bureau met de dood bedreigd en had hem het lijk van een andere communist laten zien om zijn medewerking te krijgen. Hij had inmiddels verschillende kameraden aan de Duitsers verraden en hij was daarmee doorgegaan toen ook zijn ouders gearresteerd waren. Met de hulp van de Sicherheitspolizei verhuisde hij naar De Bilt.
De actie
Jannetje Johanna Schaft werd ‘Jo’ genoemd maar in het verzet gebruikte ze de schuilnaam ‘Hannie’. Zij werkte samen met Jan Bonekamp uit IJmuiden. Zij en Bonekamp hadden een spoor dat naar De Bilt leidde. Daar troffen ze heel toevallig Gerben Wagenaar uit Amsterdam, die ze de goede raad gaf om niet langer in het dorp te blijven omdat ze te veel opvielen.
Ze achterhaalden het adres van Vosveld. Nadat ze een onrustige nacht hadden gehad, liepen ze als een verliefd stelletje naar de voordeur van het huis waar Vosveld nu woonde. Ze droegen lange jassen, iets te warm voor de tijd van het jaar, maar in hun zakken hadden ze de handen om hun pistolen geklemd. Bonekamp belde aan. Een vrouw van middelbare leeftijd met een haarnetje deed open en vertelde dat meneer Vosveld een uur eerder halsoverkop naar Friesland was vertrokken. Teleurgesteld gingen ze weer weg. Er vond geen vervangende moord plaats.
Na de oorlog vluchtte Vosveld naar het Verenigd Koninkrijk, maar hij werd aan Nederland uitgeleverd, waar hij tien jaar gevangenisstraf kreeg. Jo Schaft werd kort voor het einde van de oorlog gearresteerd. Op 17 april 1945 is zij door de Duitsers doodgeschoten.
Foto hieronder: Hannie Schaft, in de film van 1981 gespeeld door Renée Soutendijk, tijdens een aanslag.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding over Bijzondere Vrouwen. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
T. Brady, Three ordinary girls, The remarkable story of three Dutch teenagers who became spies, saboteurs, nazi assassins and WWII heroes, Kensington 2021.
L. de Jong, het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog deel 6 eerste helft, ’s-Gravenhage 1975 p. 176 – 180.
T. Kors, Hannie Schaft, het levensverhaal van een vrouw in verzet tegen de nazi’s, Amsterdam 1976.
S. Poldermans, Desnoods met geweld, Hannie Schaft, Truus en Freddie Oversteegen: het indrukwekkende verhaal van drie jonge vrouwen in het Nederlandse gewapende verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam 2023.
T. de Vries, het meisje met het rode haar, Amsterdam 1956.