Afgebeeld is een bladzijde uit de personeelsadministratie van de VOC. Het gaat om opperstuurman Hendrick van der Mij die in 1687 op het VOC-schip Spierdijk uitvoer, om in 1690 op het schip Hogergeest terug te keren. (Nationaal Archief, opvarenden VOC, inv. nr. 1.04.02, nr. 5353.) Hij was een van de mensen uit De Bilt die voor de VOC werkten.
De VOC was in de zeventiende en achttiende euw een succesvolle onderneming, een handelsorganisatie met vestigingen aan de Kaap de Goede Hoop en in Batavia (Jakarta), India, China, Japan en overal in de Indonesische Archipel. In feite was de VOC de eerste Nederlandse multinational.
Op het eerste gezicht lijkt De Bilt weinig met de VOC te maken te hebben gehad. Onderzoek in de personeelsadministratie leert echter, dat in de late zeventiende en in de achttiende eeuw zeker vijftien mensen uit De Bilt in dienst van de VOC traden. Het gaat om een ‘hooplooper’ (een helper van de matrozen, nog geen zeventien jaar oud), drie lichtmatrozen, drie soldaten, zes matrozen, een adelborst en de al genoemde opperstuurman.
Hun was vaak geen lang leven beschoren. Matroos Anthonie Van de Beek overleed bijvoorbeeld twee maanden na het uitvaren bij Texel in 1746 op het VOC-schip Patmos. Vier anderen overleden binnen twee jaar na hun vertrek aan boord of in Azië. Drie anderen overleden na een wat langere periode ook in de Oost. Naast Van der Mij is alleen van matroos Jan Aenis van der Meulen die in 1706 met de Jeruzalem vertrok bekend dat hij in 1710 veilig in de Republiek terugkeerde. De soldaat of ‘bosschieter’ Jan Ariaensz. trad in oktober 1701 in dienst bij de VOC maar droste twee maanden later al in Engeland.
AD
Hieronder ziet men een Japanse afbeelding van het VOC-schip Landskroon (1792) (wikipedia)