Afgebeeld is dat deel van het werelderfgoed De Nieuwe Hollandsche Waterlinie dat men aanduidt met de term ‘de Stelling van Utrecht’. [Afbeelding Rijksoverheid]

 

Meer informatie.

 

Een herhaling van de Franse bezetting van Utrecht in 1672 moest worden voorkomen, dat was wat men na de val van Napoleon en het vertrek van de Fransen in 1813 zeker wist in het nieuwe koninkrijk Nederland van koning Willem I. Bij een vijandelijke aanval moest de Domstad ditmaal beschermd zijn. Utrecht lag ook nog eens midden tussen de Zuiderzee en de Waal en was een uiterst belangrijk knooppunt van verkeersaders. Al onder koning Willem I werd begonnen met de bouw een kring van verdedigingswerken voor Utrecht: de forten de Klop, de Gagel, Blauwkapel, De Bilt, Vossegat en de vier lunetten op de Houtense Vlakte.

De komst van spoorwegen die alle bescherming verdienden maakten uitbreiding van het aantal forten voor Utrecht zeer gewenst. Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd Utrecht spoorwegknooppunt bij uitstek, met de lijnen Hilversum—Utrecht van de Oosterspoorweg, de Centraalspoorweg, de Rhijnspoorweg en de Staatsspoorweg. De urgentie van uitbreiding van de Stelling van Utrecht werd nog dringender gevoeld door de groeiende macht aan de Nederlandse oostgrens: Duitsland.

In de jaren 1867-1869 kwamen er vier nieuwe forten bij: Ruigenhoek, Voordorp, Rijnauwen en Vechten. Die versterkten op grotere afstand van de stad dan de eerstgenoemde verdedigingswerken de militaire positie van de stad.  De eerste twee lagen in gebied dat goed onder water te zetten viel, de laatste twee waren van belang omdat ze een hoger gelegen gebied beschermden, waarop terugtrekkende troepen zich terug konden trekken of waarvandaan ze de tegenaanval konden beginnen. Op het gebied dat vroeger het territoir besloeg van de gemeenten die de voorgangers waren van de huidige gemeente De Bilt lagen vier belangrijke forten: De Bilt, Blauwkapel, Voordorp en Ruigenhoek. Wie een gedetailleerde 19e-eeuwse uitleg wil lezen over belang en betekenis van de forten van De Bilt en zijn bestuurlijke voorgangers klikke aan: De Stelling van Utrecht.

AD