I

In 1811 werd de Burgerlijke Stand voor het hele land definitief, bij wet, ingevoerd, met uitzondering van  Vlissingen waar de burgerlijke stand al op 1 april 1808 zijn intrede deed. Ook in Maartensdijk of Oostveen kwam er een burgerlijke Stand. [Jacques-Louis David, keizer Napoleon in zijn studeerkamer in de Tuilerieën, 1812. National Gallery of Art Washington D.C.]

 

Meer informatie

Iedere burger die nog geen vaste achternaam had, werd door een decreet van Napoleon van 18 augustus dat jaar verplicht  er een te kiezen. Het was definitief gedaan met de kerkelijke registratie van geboorten, huwelijken en sterfgevallen. In het onderstaande stuk van 23 januari 1813 herinnert ‘maire’ of burgemeester M.J. Eyck nog eens aan de wettelijke verplichting die inwoners hadden om bij de lokale overheid aangifte te doen van geboorte en overlijden, in dit geval bij de plaatsvervanger van Eyck, Muysken, die kennelijk de administratie van de gemeente onder zich kreeg. Dat we pas begin 1813 in de notulen van het gemeentebestuur lezen over het beheer van  de Burgerlijke Stand in Maartensdijk (en vermoedelijk ook de invoering), is niet zo vreemd. De invoeringsdatum wisselde vaak per gemeente. In Amsterdam werden bijvoorbeeld de eerste huwelijksakten genoteerd op 3 maart 1811 en de eerste overlijdensakten pas op 23 juli van dat jaar. In enkele gemeenten in Friesland de beginnen de registers pas in 1812.

AD

 

Bron: Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, toegang 1033 (gerecht Oostveen), 7 notulen van het gerecht, sinds 1811 gemeentebestuur, met verbalen van de maire en de schout c.q. burgemeester) d.d. 23 januari 1813.