U bevindt u op de Rondleiding Reisbeschrijvingen en Reisgidsen. Om terug te gaan naar het begin klik HIER.
De Biltse burgemeester Mulden, wiens handtekening men hier ziet, gaf in 1815 antwoord op de vraag van het toenmalige departement van Oorlog om informatie te geven over zijn gemeente. (Handtekening hierboven en brief van het departement onderaan deze post: Utrechts Archief.)
Het toenmalige De Bilt besloeg slechts een klein deel van het eenentwintigste-eeuwse De Bilt; een deel van het huidige dorp was lang Maartensdijks grondgebied. Mulden noemde de gemeente De Bilt ‘gerecht’, een term uit vroeger tijd die in de eerste helft van de negentiende eeuw langzamerhand zou verdwijnen. Volgens Muldens opgave over dit gerecht De Bilt telde dat toen 1055 inwoners, 150 woonhuizen, 14 grote boerderijen, 30 kleine boerderijen en 64 arbeidershuisjes. Men leest dat er twaalf buitenplaatsen [zijn]. Zoo groote als kleine optrekken; doch geene bijzondere gestichten, kasteelen, kloosters en dergelijken. Er konden 256 militairen worden ingekwartierd en 135 legerpaarden worden gestald. Er waren 39 ambachtslieden, waaronder zeven bakkers, acht timmerlui en zes smeden.
Per trekschuit werd lading naar Utrecht gebracht. Voor personenvervoer kwam een kleine trekschuit uit Zeist die via de Grift door De Bilt voer. Muldens beschrijving van de wegen zou zo uit een reisgids kunnen komen:
‘1. Door dit gerecht loopt: eene weg van Utrecht komende en bestraat zijnde tusschen weilanden door tot aan de buitenplaats Vollenhoven, alwaar zij zich in tweeën verdeelt, waarvan een arm die mede bestraat is, tusschen heivelden naar Amersfoort gaat, terwijl de tweede arm een zandweg en in het zomer saisoen zeer zwaar zijnde naar het dorp Zeyst en verder gaat, lopende dan eens tusschen heivelden en bosschen en dan eens tusschen bouwlanden door.
2. [Verder] loopt er eene weg in kleigrond bestaande Zuidwaards, voorbij de buitenplaats Oostbroek naar het dorp Bunnik, zijnde deze weg in het wintersaisoen moeyelíjk te passeeren, loopende deze weg tusschen wei en bouwlanden door.
3. [Ook] loopt er verder eene weg in zandgrond bestaande Noordoostwaards, voorbij de buitenplaats Jachtlust naar Soestdijk, zijnde deze weg in het zomersaisoen zwaar om te gaan, lopende tusschen wei-, bouw en heilanden door.
4. Eindelijk loopt er eene weg in zandgrond bestaande naar de Blaauwcapel tusschen wei en bouwlanden; deze weg is wegens deszelfs lage ligging in het herfstsaisoen bij veel water moeyelijk te begaan, doch is thands door eene kade zeer verhoogd en zal daardoor in het vervolg gemakkelijker te begaan zijn. De gemiddelde breedte der 4 opgemelde wegen is doorgaans 20 voeten en dus zoodanig dat er 2 rijtuigen elkander gevoegelijk kunnen passeeren.’ [Bron: Nationaal Archief.]
AD
Dit is de Rondleiding Reisbeschrijvingen en Reisgidsen. Voor het vervolg klik HIER.