Afgebeeld is de lijst van proosten van St. Jan die tussen 1085 en 1648 heer van Achttienhoven waren. Onder hen is Albertus Pigge, zie elders op deze site. De lijst werd opgesteld door Aernout van Buchel en is te vinden in diens Monumenta (Zie: Aernout Van Buchel over Vrouwenklooster). (Afbeelding Het Utrechts Archief, Aernout van Buchel, Monumenta 101.) Tot 1795, het jaar waarin de Fransen Nederland binnenvielen, waren er 35 proosten heer van Achttienhoven.
De Utrechtse Sint Janskerk was een kapittelkerk of collegiale kerk. Dat wil zeggen dat de kerk en zijn bezittingen bestuurd werden door een kapittel of groep geestelijken die kanunniken werden genoemd. De voorzitter van dit college was de proost. Deze proost van St. Jan was sedert 1085 – zie voor de oorkonde van deze datum elders op deze site – ook bestuurder van Achttienhoven. Achttienhoven was een zogenaamde Hoge Heerlijkheid. Dat hield in dat de proost de rechtspraak uitoefende, tot en met het uitspreken van de zwaarste straffen, zoals de doodstraf. Deze situatie bestond tot 1795. Achttienhoven viel overigens kerkelijk niet onder de St. Janskerk, maar onder de Utrechtse Jacobiparochie.
Voor de tekst en de hertaling zie: De lijst van proosten van St. Jan
Op deze site kan men meer informatie vinden over drie bijzondere heren van Achttienhoven: Albertus Pigge, Steven van Rumelaer en Dirck van Wassenaer.
AD
Literatuur: Frits Doeleman, De heerschappij van de proost van Sint Jan in de middeleeuwen 1085-1594 (Utrecht 1982).