De gestaag uitdijende Domstad nam in de loop van de negentiende en twintigste eeuw grote stukken van de vroegere gemeenten De Bilt, Maartensdijk, Achttienhoven en Westbroek over. De kaarten in deze post laten zien dat de stad Utrecht al lang voor wijzigingen zelf bezig was om die gedaan te krijgen. (Een kaart uit 1914, Utrechts Archief. Verzameling kaarten en tekeningen provinciaal bestuur, 1813-1920, inv. nr. 127.)

 

Meer informatie

Utrecht nam in 1824 een deel van De Bilt over. Voor deze annexatie klik men HiER.  De annexatie van 1959  (de Uithof) was ingrijpend. Maartensdijk verloor in 1830 grond aan Utrecht. De annexatie van 1954 was met het verlies van Tuindorp, Overvecht en Blauwkapel eveneens een zeer forse.

Op de hierboven getoonde kaart van 1914 ziet men dat men toen de verbinding tussen Achttienhoven en de Vecht door inlijving van een deel van de polder Roosendaal wilde  verbreken. Maartensdijk moest volgens die zelfde kaart een deel van de  Voorveldsche polder (ten zuiden van fort Blauwkapel) opgeven. De kaart van 1918 hieronder laat zien hoe de stad Utrecht toen zijn gebied met praktisch heel De Bilt, inclusief Bilthoven wilde vergroten. Dat laatste gebeurde nooit en het zou  nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw duren, voordat de grote uitbreidingen van Utrecht naar het noorden en oosten toe werden gerealiseerd.

Voor een kaart uit 1920 met de door Utrecht dat jaar gewenste uitbreidingen klik men HIER.

AD

Een kaart uit 1918. Utrechts Archief. Verzameling kaarten en tekeningen provinciaal bestuur, 1813-1920, inv. nr. 127 en nr. 131.