De Muinck Keizer: Staalbaronnen in Bilthoven

J.M. de Muinck Keizer ontwikkelde een bedrijf dat naar hem de DEMKA werd genoemd. Hierboven: het borstbeeld in het Julianapark in Zuilen dat Ludwig Oswald Wenckebach maakte. Zijn drie zonen werden later directeur van de onderneming. Niet alleen woonden de broers in Bilthoven, zij zijn ook alle drie op Den en Rust in Bilthoven begraven.

Meer informatie

In 1882 kwam Jan Menzo de Muinck Keizer (1861-1932) in de directie van de in Hoogezand gevestigde ijzergieterij Ten Oever. In 1913 verplaatste hij het bedrijf naar Zuilen aan het Merwedekanaal, omdat dat gebied gunstig lag voor de aanvoer van erts en steenkool en voor het transport van de producten van de gieterij. Het Werkspoor, een van de belangrijke afnemers, lag praktisch naast het bedrijf.

J.M. de Muinck Keizer had drie zonen. Alle drie kregen zij na hun opleiding directiezetels in wat al spoedig de Demka zou heten. In 1919 kreeg Hoogovens uit IJmuiden een aandeel in de fabriek en in de jaren zeventig kwam de Demka geheel in handen van Hoogovens. In 1983 werd het bedrijf gesloten als gevolg van de sanering van de Europese kolen- en staalindustrie, concurrentie van de lage lonen landen en een verouderd productieapparaat,.

Woonde de eerste directeur nog in Maarssen, de zonen verkozen het lommerrijke Bilthoven als woonplaats. Menzo de Muinck Keizer (1887-1952), directeur van 1917-1949 woonde aan de Soestdijkse weg 44N. De tweede zoon Alle Sytze de Muinck Keizer (1888-1963) was van 1949- 1958 president-directeur en daarna commissaris. Hij woonde op Rembrandtlaan 59. Van hem is een door Carel Willink vervaardigd portret bewaard gebleven.

De jongste zoon Jan Menzo de Muinck Keizer (1896-1986) maakte als commissaris het einde van het bedrijf mee. Hij woonde in de villa Westhove, gebouwd door de architect en projectontwikkelaar W.S. van der Sterre aan de Jan Steenlaan 18 (hieronder op een foto van DAB).

PvH