Direct na de eerste wereldoorlog stonden veel militaire vliegtuigen aan de grond en waren de piloten en overige bemanningen werkloos. Verschillende piloten kwamen toen op het idee om de vliegtuigen aan te passen en geschikt te maken voor het vervoer van burgers. Dat was geen sinecure. Een aantal piloten begreep dat burgerluchtvaart een andere aanpak vereiste, zoals de latere oprichter van de KLM, luitenant-vlieger Albert Plesman. Luitenant-vlieger Coblijn had hetzelfde idee. Hij begon in 1919 een luchtlijn Soesterberg-Londen v.v. Het verkoopkantoor was gevestigd aan de Spoorlaan 16 te Bilthoven. Dit initiatief heeft echter niet lang bestaan. Afbeelding: zijn vliegtuig, de BAT F.K. 29. (Historische Kring De Bilt)
Luitenant-vlieger Coblijn heeft samen met vliegtuigontwerper en -bouwer Frits Koolhoven in 1919 een luchtlijn Soesterberg – Londen v.v. opgericht. Koolhoven had hiervoor speciaal een vliegtuig voor passagiersvervoer voor vier personen gebouwd met een gesloten cabine, de Koolhoven FK-26, geregistreerd in Engeland. De militaire vliegtuigen waren namelijk open en niet geschikt voor het vervoeren van passagiers.
Koolhoven had toen in Engeland de leiding over British Aerial Transport Co, de BAT. Hij presenteerde zijn vliegtuig in augustus/september 1919 tijdens de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA). Er werden na de Eerste Wereldoorlog vele luchtvaartmaatschappijen opgericht, bijvoorbeeld in Engeland, Zwitserland en Frankrijk. In Zwitserland kwamen zelfs vijftien maatschappijen tot stand, waarvan er vele geen lang leven beschoren was.
De genoemde luchtlijn vanuit Londen had in Nederland als vliegveld Soesterberg, dat toen al bestond als militair vliegveld. De vertegenwoordiging voor de BAT in ons land was in handen van de Handelsvereniging Cobor, Spoorlaan 16 in Bilthoven, waar men de reis kon bespreken. Op 16 september 1919 werd de eerste proefvlucht van Londen naar Soesterberg uitgevoerd, die toen ongeveer drie uur duurde. Daarna vloog men terug. Er was maar één passagier, de heer Delia Mouton uit Bilthoven.
Ten gevolge van een spoorwegstaking in Engeland mocht er opeens niet meer gevlogen worden. Alle Engelse vliegtuigen werden toen door de Engelse regering gevorderd om het postverkeer tussen de grote steden gaande te houden. Toen de staking na circa drie weken afgelopen was, kon het BAT FK-26 vliegtuig weer passagiers vervoeren tussen Londen en Soesterberg. Het was een wekelijkse dienst, de ene dag heen en de andere terug. Deze lijndienst bleek in een duidelijke behoefte te voorzien, omdat er steeds voldoende passagiers waren.
De dienst werd in november 1919 beëindigd, omdat de Nederlandse regering had besloten dat er geen buitenlandse vliegtuigen meer mochten vliegen op militaire vliegvelden in Nederland.
Albert Plesman had intussen al voorbereidingen getroffen voor de oprichting van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en de Koloniën. Op 17 mei 1920 werd de eerste KLM-luchtlijn Amsterdam (Schiphol) – Londen met een De Havilland DH-16 een feit. Men beschouwt dat wel als het begin van de Nederlandse burgerluchtvaart, maar in werkelijkheid is vanuit Bilthoven de eerste commerciële vlucht in Nederland georganiseerd.
JJR
Literatuur:
Langeveld, T., De eerste Luchtvaartmaatschappij begon in 1919 in … Bilthoven, De Biltse Grift, maart 1997, pg 19-20.
Smit, G.I., R.C.J. Wunderink en I. Hoogland, KLM in beeld. 75 jaar vormgeving en promotie, V+K Publishing, Naarden, 1994.
Bouwens, B. en O. Frido, Welcome aboard! Een eeuw KLM, WBooks, Zwolle, 2019