Op 19 juli 1348 vond bij Hollandsche Rading een bijna vergeten veldslag plaats, in de buurt van het gebied waar nu op Bilts gebied de Hilversumse golfbaan ligt. Afgebeeld is Willem V in de kroniek van Hendrik van Heessel, Chronique des comtes de Hollande depuis les origines jusque 1415.

 

Meer informatie

Het gebied tussen Utrecht en het Gooi was in de middeleeuwen lang door de Utrechtse bisschop en de Hollandse graaf betwist grensgebied. Op 27 september 1345 sneuvelde bij het Friese Warns, even buiten Stavoren, de Holland­se Graaf Willem IV. Niet alleen Friesland raakte buiten de Hollandse invloedssfeer; in dezelfde tijd ontworstelde ook het Sticht Utrecht zich aan de invloed van de Hollandse graven. Dat moest ook de nieuwe heer, Willem V van Beieren ervaren. Deze jonge graaf was door zijn moeder, de Duitse keizerin Margaretha, met Holland en Zeeland beleend. In 1348 laaiden de vijandelijkheden tussen Holland en het Sticht Utrecht van bisschop weer eens op. De historicus Arnold Rutgers schreef een proefschrift over deze Utrechts bisschop: Jan Van Arkel, Bisschop Van Utrecht (Gronin­gen, 1970). Daarin staan zaken die voor onze gemeente van belang zijn. Zo lezen we er over te tombe van Jan van Arkels wijbisschop Boudewijn van Sterkenburg. Dit monument is nog in de Westbroekse kerk te zien.

De slag

We lezen er ook over de oorlog tussen Willem V en Jan van Arkel in deze gebieden:

De bisschop [Jan van Arkel] richtte zich [in 1348] eerst tegen de zogenaamde Oost-hollanders en dwong hen, onder gevangenneming van heer Melis van Mijnden, zich weer Eemnessers te noemen.

Johannes de Beka noteerde in de veertiende eeuw:

In den jaer mccc xl viii des achten daghes na Sunte Margrieten daghe [19 juli], alse die vrede ende ghenomen hadde tusschen Holland ende den ghestichte [’t Sticht], toech bisschop Jan uut mitter stat van Utrecht op een velt bi Emenesse, dat lapers hiet, daer hem die Hollanders stoutelike tieghens quamen, mer si verloren den strijt. Daer bleef ghevangen haer Melis van Mijnden ende vele goeder lude met hem, daer die bisschop groten scat of haelde, ende vele bleven daer doot ende ghevangen van Emenesse, zodat si bi node haren nijwen namen mosten oflaten, dat si Oosthollant hieten, ende nemen haren ouden name weder ende bliven bisdomer [onderdanen van de bisschop] als si tevoren waren.

Volgens A.J. Maris moeten we de locatie van de Slag bij Hollandsche Rading zoeken. Het in de achttiende-eeuwse litteratuur genoemde Lopers lijkt een variant van het Laapers of Lapers. We treffen dat woord aan in geografische begrippen als Laapersveld en Laapers Hoek in de gemeente Hilversum. Vanaf de oostgrens van dat oude dorp strekte zich in vroeger tijd bij het Lapersveld, in de richting van de noordelijkste punt van de gemeente Maartensdijk bij Hollandsche Rading een uitgestrekte heidevlakte uit. Het noordelijkste deel van Maartensdijk – de omgeving van de huidige golfbaan – ligt precies op de kruislijnen van het Lapersveld en de lijn Eemnes-Utrecht. Vanuit deze plaatsen trokken de legers op elkaar af over het genoemde open veld.

Het is gegeven de aanvallende rol van Jan van Arkel, zeer goed denkbaar, dat de slag van 1348 verder naar het noorden toe, juist bij de Hollandsche Rading werd uitgevochten. Zeker is in elk geval dat in dat jaar gevangenen en rijke buit via het grondgebied van onze gemeente werden afgevoerd naar de bisschopsstad.

(AD)

 

Bron: A.J. Maris, Eemnes (Utrecht 1947).