De Utrechtse student medicijnen David de Moulin beschilderde dit bord in de Maaartensdijkse wijk Tuindorp, die grensde aan Utrecht. (Foto Stichting D. de Moulin)
In de oorlogsjaren 1940-1942 kregen de Joodse burgers met steeds meer uitzonderingsmaatregelen te maken. Langzaam maar zeker werden zij geïsoleerd en van deelneming aan de samenleving uitgesloten. Een J in het persoonsbewijs, een gele ster op de kleding, een reisverbod in het openbaar vervoer, apart onderwijs en beperkt gebruik van de gezondheidszorg waren maar enkele voorbeelden. Maar zoals bovenstaand bord laat zien, ging het verder: er verschenen bordjes met het opschrift Joden niet gewenscht.
De maatregelen riepen weerstand op, maar de Duitse bezettingsautoriteiten en ook de Nederlandse politie traden hard op tegen overtredingen. De foto laat een voorbeeld zien van de machteloze woede van burgers tegen de Duitse invloed. De Moulin ging verder in zijn verzet en vertrok als Engelandvaarder. In Engeland kreeg hij een functie bij een Nederlands legeronderdeel dat via Australië deel zou nemen aan de strijd in Indonesië in 1944-1945.
PvH
U bevindt zich op de rondleiding over de Tweede Wereldoorlog.
Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Hylke Faber en Pieter Stolk (ed.), Wij zijn niet bang, tenminste, niet erg. Het Engelandvaarders dagboek van Daniël de Moulin, Utrecht 2006.
Frits Broeyer, Het Utrechtse Universitaire Verzet. ‘Heb je Kafka gelezen?’, Utrecht 2014.