Op 17 december 1890 legde het Tweede Kamerlid Roijaards van den Ham de minister van Binnenlandse Zaken Alexander de Savornin Lohman het vuur aan de schenen: waarom iemand burgemeester van Westbroek en Achttienhoven maken, terwijl de wethouders, de kerk en de ingezeten aldaar voor een andere persoon dan de benoemde Jan Hendrik de Waal Malefijt opteerden? [Foto: Tilburgsche Courant, 7 augustus 1914, De Waal Malefijt met koningin Wilhelmina op het strand van Katwijk.]
In maart 1890 overleed Willem Jacob Lagerweij, burgemeester van Westbroek en Achttienhoven. De Waal Malefijt volgde hem op. (Voor meer informatie over hem klikke men HIER.) De twee gemeenten hadden in plaats van Jan Hendrik de Waal Malefijt echter liever een ander als burgemeester gezien. Dat kwam aan het licht door de vragen die Roijaards in de Tweede Kamer aan de minister stelde. Bestuur en bevolking van de beide gemeenten, betoogde hij, hadden toch uitdrukkelijk voor een andere, geschikte kandidaat gekozen? (Voor de tekst van Roijaards woorden klik men aan: De bevolking van Westbroek en Achttienhoven gepasseerd). Waarom dan toch de benoeming van een andere kandidaat er door drukken? vroeg Roijaards zich af. De minister reageerde met de mededeling een geschikte kandidaat te hebben benoemd.
De achtergrond voor deze van boven af opgelegde benoeming lijkt partijpolitiek te zijn geweest. Zowel De Waal Malefijt als De Savornin Lohman waren in 1886 waren meegegaan met Abraham Kuyper, met de Doleantie die zou leiden tot de oprichting van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Al eerder was De Savornin toegetreden tot de door Kuyper opgerichte ARP (Anti Revolutionaire Partij), waarvoor hij in de Tweede Kamer als fractievoorzitter ging optreden. De Waal Malefijt werd in 1897 Kamerlid en later minister voor de ARP. De Savornin Lohman zou in 1908 zijn eigen weg gaan en de CHU (Christen Historische Unie) oprichten.
AD
Bericht in Het Nieuws van den Dag van 4 april 1990.