Niet alleen mensen maar ook dieren werden in de meidagen van 1940 getroffen door de Duitse inval. Tijdens de korte oorlog van 10 tot 15 mei werden omstreeks 7.500 koeien en 46 stieren alsmede honderden varkens weggevoerd de dorpen Maartensdijk, Achttienhoven en Westbroek. [Terugkeer na de evacuatie. Museum Nijkerk, CC-BY-NC.]

 

Meer informatie

 

Bij die dorpen bevond zich een deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, gevaarlijk gebied waarbij het tot confrontaties met de Duitse troepen zou kunnen komen. Evacuatie van de dieren van de boerderijen werd daarom noodzakelijk geacht. De meeste dieren werden na hun vertrek op 13 mei – midden in de oorlog –  na de overgave op 15 mei 1940 al weer snel teruggebracht en waren 2/3 juni weer op hun boerderij.

Het was een indrukwekkende optocht die de dorpen op 13 mei 1940 verliet. Een onderneming die een grootscheepse organisatie vereiste.  In het dagblad De Standaard van 3 juni 1940 staat het verhaal van deze enorme vee-verhuizing. Een journalist van die krant ontmoette kort daarvoor in de trein de organisator van de evacuatie, W. Slob uit Maartensdijk, die als directeur van de Utrechtsche Melkcentrale de veehouders van Maartensdijk, Westbroek en Achttienhoven goed kende. Hij stond aan het hoofd van een aantal ‘groepleiders’, die het vee merkten en bijeendreven. Slob vertelde de journalist uitgebreid over het wel en wee van het geëvacueerde vee. Dat moest lopend naar plaatsen in de Rijnstreek zoals Bodegraven gebracht worden. Enige tientallen koeien kwamen om tijdens een bombardement. Er waren voor de tocht speciale bruggen gemaakt, bijvoorbeeld bij de Vecht en de Keulsevaart. Bij Zuilen was een pontonbrug gelegd.  Er bleken op begin juni in ieder geval 6000 runderen teruggekeerd te zijn. Voor Slobs verslag klik men aan: Het lot van dieren in de meidagen van 1940

Voor meer informatie klik men HIER.

 

 

AD