In 1919 dienden de Biltse inwoners J.J. Stokmars en R.A.M. Otto Schulz samen met A.J.C. Loten van Doelen uit Lage Vuursche een ambitieus plan, in om een geëlektrificeerde tramweg – in de stukken ook aangeduid als ‘electrische spoorweg’ – aan te leggen van het dorp De Bilt bij het Kloosterpark via station Bilthoven naar een te realiseren knooppunt in het dorp Lage Vuursche. Van daaruit moesten twee vertakkingen respectievelijk naar Baarn en naar Hilversum voeren. (Kaart in het dossier hieronder genoemd.)
Tot Lage Vuursche was de geplande lijn tien kilometer lang. Vandaar moesten zes kilometer spoorbaan de reiziger naar Hilversum brengen, of over dezelfde lengte naar Baarn. De genoemde heren vroegen voor de aanleg een subsidie aan de minister van Waterstaat. Het plan werd voorgelegd aan de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, de Gedeputeerde Staten van Utrecht en Noord-Holland en de directies van Rijkswaterstaat in Zuid- en Noord-Holland en Utrecht. Onder andere vanwege de geringe omvang van het dorp Lage Vuursche adviseerde men negatief en werd van het plan afgezien.
AD
Bron Nationaal Archief. 2.16.23.01. Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat 2455D.