In de loop van de oorlog ontstond in Bilthoven–Noord een merkwaardig soort Duitse enclaves. Een daarvan vinden we bij de watertoren, die destijds nog was gelegen in een bosachtig gebied tussen Julianalaan en Natuurbad. Hierboven: de watertoren op een ansichtkaart (collectie Veldhoven).
Toen eind 1943 de staf van de 88e Gevechtsgroep vanuit Utrecht naar Bilthoven werd verplaatst, verspreidde deze zich over Bilthoven. In het gemeentehuis kwam de logistiek, bij Gaudeamus de verbindingen, de feitelijke staf bij de Tollenslaan – waar met enige moeite de stafbunker nog te vinden is – en een kleinere eenheid werd gevestigd bij de watertoren. Al deze concentraties werden afgegrendeld met prikkeldraadversperringen. Er was een slagboom en om binnen te komen was een Ausweis nodig: Ausweis bitte.
Soms werden huizen gevorderd, vaak konden de oorspronkelijke bewoners er blijven wonen. Bij de watertoren bijvoorbeeld, die toen was gelegen aan een doodlopend weggetje naar het destijds befaamde Natuurbad, kon de familie Van Houten blijven wonen. De vader was een belangrijk man, zeker in de zeer koude hongerwinter, want hij was verantwoordelijk voor de watervoorziening van de gemeente. Ook de Duitsers waren niet gediend van gesprongen waterleidingen.
Bovenop de watertoren werd een mitrailleur geplaatst, waarmee geschoten werd, bijvoorbeeld op voorbijkomende vliegtuigen, maar ook op onwelkome passanten.
Op 7 mei werd Bilthoven bevrijd. De Duitsers waren toen al lang en breed vertrokken. De eerste geallieerden behoorden tot een Britse verkenningseenheid, de Polar Bears. In haar ‘poëziealbum’ bewaart Barbara van Houten nog steeds de herinneringen daaraan. Zie de afbeelding hieronder.
B.S.
Literatuur:
Brugman, J.C. , Bezet en Verzet. Bilthoven, 1993.
Schut, Bernard, Een mitrailleursnest op de watertoren. In: De Vierklank van 4-11-2020.
Schut, Bernard, Bilthoven en De Bilt tijdens de Tweede Wereldoorlog, Bilthoven, 2015.