Onder volkscultuur verstaan we alle traditionele uitingen van het leven en de cultuur van het ‘ gewone volk’ in een bepaald gebied. Daarbij horen bijvoorbeeld volksfeesten, gebruiken, sprookjes, kermissen en ook spookverhalen. Onder de spookachtige verhalen die het Meertens Instituut heeft vastgelegd, treffen we ook een geschiedenis uit Westbroek, waar iemand een visioen kreeg van het sterven en de plek van de kist.
Het verhaal, dat is overgenomen uit het tweede deel van Nederlandsche Sagen en Legenden van J. Cohen en is achteraf opgeschreven in 1919. Het gaat als volgt:
‘Iemand zat bij een zieke te waken. Het was heel stil en donker. De nacht stond voor de vensters en legde zijn duistere handen vóór ’t glas. Uit het bed klonk geen geluid. De klok scheen stil te staan. Dit was de nacht der nachten.
Eensklaps, midden-in het vertrek, zag de wakende, dat een kern van troebel licht, die zichzelf vergrootte, tusschen het duister drong. Langzamerhand kregen de dingen binnen dien tooverachtigen kring vorm, en plotseling bemerkte hij, dat er een doodskist stond. Hij durfde zich niet te verroeren. Hij wist, dat de zieke moest sterven.
Eenige dagen later wierpen zich de vrouwen weenend over ’t lijk, en ze wilden er niet van scheiden. Doch ook de dood heeft zijn rechten, en de levenden en de gestorvenen hebben ieder hun eigen rijk. Hij, die gewaakt had, zag, dat de dragers de kist binnenleidden, en hij volgde hen, om te weten, waar zij ze plaatsen zouden. Op dezelfde plek, waar hij ze in angst en droom had aanschouwd, zetten zij ze neer.
Eerst toen sprak hij met anderen over; en zij, die naar hem luisterden, wisten, dat buiten het zich onzer oogen een gansche wereld is.’
Vergelijkbare verhalen over een aangekondigde dood zijn door het Meertens Instituut vooral vastgelegd uit Groningen en Friesland.
DAB
Literatuur:
Cohen, J., Nederlandsche Sagen en Legenden II. Zutphen, 1919. p.278
Meertens instituut: https://www.verhalenbank.nl/