De foto toont het graf van de jong gestorven musicus Evert Cornelis op de Algemene Begraafplaats aan de eerste Brandenburgerweg in Bilthoven. (Foto EvdV)Cornelis wordt beschouwd als een vernieuwer die het aandurfde eigentijdse composities te vertolken maar die ook de oude componisten niet vergat. Daarnaast was hij een bekend orgelspeler en koordirigent van onder andere de Nederlandse Bach-Vereniging in Naarden. In de periode dat hij dirigent was van het Utrechts Stedelijk Orkest (USO), woonde hij met zijn gezin aan de Soestdijkseweg 154 in Bilthoven. Het huis droeg de naam Sparrehoeve.
Evert Cornelis was de zoon van een steendrukker en werd geboren in Amsterdam op 5 december 1884. Hij overleed op 23 november 1931 te Bilthoven. Hij was een muzikaal kind en hoewel het gezin waarin hij opgroeide amuzikaal was, herkende zijn vader het talent van zijn zoon. Hij benaderde de directeur van het conservatorium in Amsterdam de heer de Lange. Op diens voorspraak kreeg Evert een beurs voor de muziekschool in Amsterdam.
Als vijftienjarige werd hij toegelaten tot het conservatorium, waar hij piano en orgel studeerde bij Jean Baptiste de Pauw en compositieleer bij Bernard Zweers. In 1903 studeerde hij af op piano en als twintigjarige beëindigde hij zijn orgelstudie met de Prix d’Excellence.
Hij startte zijn loopbaan als organist van de kerk in Ouderkerk aan de Amstel en later van de Oud Lutherse Kerk in Amsterdam. Zijn voorliefde lag echter bij dirigeren en in 1909 werd hij benoemd tot tweede dirigent van het concertgebouworkest onder Mengelberg. In 1918 raakte hij betrokken bij een conflict tussen Mengelberg en het concertgebouwbestuur aan de ene kant en een groep mensen die veel kritiek hadden op de programmering van Mengelberg aan de andere kant. Hoewel hij Mengelberg niet afviel, was Cornelis het met de kritiek eens. Uiteindelijk lukte het hem niet om buiten het conflict te blijven en in 1919 werd hij ontslagen. Mengelberg sprak van de staatsgreep van Cornelis.
Van 1919 tot zijn benoeming tot dirigent van het USO was hij actief bezig met kamermuziek, als pianosolist, als koordirigent en ook als muziekpedagoog. De pedagogische kant van Evert Cornelis zou ook bij het USO terugkomen, waar hij studenten compositieleer in de gelegenheid stelde om hun partituren op een orkestrepetitie te horen spelen zodat hij hun aan de hand van de auditie nuttige wenken kon geven.
In 1922 werd hij aangesteld bij het USO. Hij maakte zich in Utrecht geliefd met zijn gedurfde en doordachte repertoire dat hij altijd uitvoerig toelichtte. Hij tilde het USO naar een hoger plan en bracht het tot bloei. Zijn programma’s maakten zoveel indruk dat 25 jaar na zijn dood de bekende muziekpublicist en componist Wouter Paap schreef: voor muziekkenners is het een even groot genot, de programma’s van Evert Cornelis door te nemen, als het een wijnkenner een genoegen is de catalogus van zijn wijnhandel.
Evert Cornelis overleed in 1931 na een kort ziekbed. In Utrecht werd kort na zijn dood een circulaire verspreid met de oproep geld te geven voor een gedenksteen op zijn graf. Het grafmonument, een reliëf gemaakt door plaatsgenoot Wienecke, is er gekomen evenals jaren later een borstbeeld in het oude Tivoli in Utrecht en een schilderij in de foyer van het concertgebouw in Amsterdam. Hieronder: het bericht van zijn overlijden in de Wereldkroniek. Collectie het Utrechts Archief 1931)
EvdV
U bevindt zich op de rondleiding langs de begraafplaatsen. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur
Paap, W, Het muziekleven in Utrecht tussen beide wereldoorlogen, Utrecht – Antwerpen, 1972
Krediet, J, Evert Cornelis: Een leven in besef van zijn roeping. In: Mengelberg en zijn tijd, jrg. 17 nr. 70, 2004 pag. 6 – 9
Delpher, De Indische Courant, 19 – 12 – 1931
Delpher, Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij, 11 – 06 – 1932
Delpher, De Tijd, 19 – 11 – 195
Delpher, Algemeen Handelsblad 21 – 01 – 1954