Felix Andries Vening Meinesz (1887 – 1966) was een Nederlandse geofysicus. Hij was van 1945 tot 1951 hoofddirecteur van het KNMI in De Bilt. Hij is vooral bekend geworden doordat hij een methode uitvond voor het nauwkeurig meten van de zwaartekracht. De methode kon zowel op zee als op het land worden gebruikt, en dit leidde tot de ontdekking van opvallende verschillen in zwaartekracht in oceaantroggen. Afbeelding: Vening Meinesz (DAB).
Felix Andries Vening Meinesz is in 1887 in den Haag geboren als zoon van Sjoerd Meinesz, de burgemeester van Rotterdam en later Amsterdam. De familie, die aanvankelijk nog alleen Meinesz heette, kreeg in 1893 toestemming om de naam Vening Meinesz te dragen. Nadat hij zijn HBS-opleiding voltooid had, studeerde hij civiele techniek aan de TU in Delft. Direct na zijn studie trad hij in dienst bij de Rijkscommissie voor Grondmeting en Waterpassing waarvoor hij zwaartekrachtmetingen deed. In 1915 promoveerde hij op een proefschrift over de tekortkomingen aan de apparatuur voor deze metingen. Op zijn aanwijzingen ontwikkelde het KNMI een apparaat dat met grote nauwkeurigheid metingen kon uitvoeren.
Tussen 1923 en 1939 maakte Vening Meinesz een aantal expedities per onderzeeboot met het doel de precieze vorm van de aarde en het reliëf van het oppervlak te bepalen. Het leverde hem en enorme bekendheid op, zowel bij het publiek als in de wetenschap.
De uitwerking van de onderzoeksresultaten volgde in 1948. Het aantonen van de Vening Meinesz-gordels van zwaartekrachtsanomalieën langs oceanische troggen was een belangrijke ontdekking. Een anomalie is het lokale verschil tussen de gemeten valversnelling (de grootte en richting van het zwaartekrachtsveld) en de theoretische normale waarde, waarbij de gemiddelde zwaartekracht op de oceaan en op het land gelijk bleken te zijn. Het samengaan van actief vulkanisme, grote negatieve zwaartekrachtsanomalie en het enorme onderzeese reliëf kon Vening Meinesz alleen verklaren door aan te nemen dat de aardkorst op deze plaatsen werd samengedrukt. Pas na de opkomst van de plaattektoniek die de ligging van gebergten en oceanen verklaart, vielen zijn ontdekkingen te verklaren door subductie (waarbij een plaat onder een andere plaat schuift) als gevolg van warmtestroming of convectie in de aardmantel.
In 1927 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de geodesie, cartografie en geofysica aan de Universiteit van Utrecht. Ook koninklijke onderscheidingen, eredoctoraten, eremedailles en lidmaatschappen van Academies van Wetenschappen over de hele wereld vielen hem ten deel. Al in 1927 werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Na de oorlog kon hij zijn taken weer oppakken. Hij was van 1945 tot 1951 hoofddirecteur van het KNMI. In 1957 ging Vening Meinesz met emeritaat.
Vening Meinesz was niet getrouwd en werd verzorgd door een oude getrouwe dienstbode. Nog tijdens zijn leven werd het instituut voor geofysica omgedoopt tot Vening Meinesz Laboratorium. Hij overleed in 1966 op 79-jarige leeftijd in Amersfoort.
WK
Literatuur:
O. Bottema: F.A. Vening Meinesz (1887 – 1966), in: De Gids, Jaargang 126 (1966).
Wikipedia: Felix Vening Meinesz.