In 1880 stelde het ministerie van oorlog een memorandum met bijbehorende kaarten op. Daarin viel in te lezen welke bezettingsmacht het fort in oorlogstijd nodig zou hebben. (Kaart in het Nationaal Archief, 4.OBGK, K9.78. Foto Anne Doedens.)
Het fort behoorde tot een organisatorische eenheid met de forten de Klop, de Gagel, Blauwkapel en Voordorp. Voor de bezetting van dit onderdeel van de Stelling van Utrecht waren 5 3/8ste compagnieën nodig (vestingartillerie, artillerieschutterij, infanterie, genie en geneeskundige dienst). Daarvan was een kleine anderhalve compagnie of omstreeks 200 man bestemd voor fort Ruigenhoek. Als er geen oorlogs- of mobilisatiebezetting was, hield de fortwachter toezicht op het fort en het terrein erom heen.
De kaart uit 1936 is te vinden in het Nationaal Archief (4.OBGK nr. P11.595.)
AD