Dit fragment van een schilderij van Adam Frans van der Meulen (coll. Rijksmuseum) toont Lodewijk de XIV voordat hij de Rijn oversteekt in juni 1672. Kort daarop zouden zijn troepen bij Maartensdijk en De Bilt arriveren.
De troepen van Lodewijks maarschalk Luxemburg richtten verwoestingen aan op het platteland rond Utrecht. In 1672/3 werden vijf bruggen in de polder Maartensdijk afgebroken; het hout was nodig voor de Franse belegering van Naarden. Daarnaast waren inkwartieringen en plundering aan de orde van de dag. In een negentiende-eeuwse reisbeschrijving van Craandijk is te lezen:
‘[In Maartensdijk] stond eertijds het door bisschop Schenk van Toutenburg gestichte jagtslot (…) Op dit huis (…) had in 1673 de maarschalk Luxembourg zijn intrek genomen – Maartensdijk had destijds sauve garde [veiligheidswacht] bekomen (…) Daar naderen in den nacht Staatsche troepen, om den vijandelijken veldheer te overvallen en op te ligten. Nog intijds gewaarschuwd, ontkomt de maarschalk half gekleed het gevaar. Maar het slot moet het ontgelden en de roode haan kraait boven het dak. Is het huis toen verwoest, dan moet het sedert zijn herbouwd, want in het midden der vorige eeuw was het nog in goeden staat.’
Foto onder: Portret van maarschalk Luxembourg. Schilder onbekend. (Collectie Paleis van Versailles.)
AD