Dit is een afbeelding van het briefpapier van de N.V. Ceka, gevestigd aan de Bunnikseweg 9. (bron: archief Historische Kring d’Oude School) De levensduur van de onderneming is niet met zekerheid uit de archieven vast te stellen.
In 1918 vroeg J.J.A.F. Cornelis toestemming aan de gemeente De Bilt voor het plaatsen van een elektromotor van 3 PK voor het drijven van een draaibank, een schaafbank, een boorstel, een slijpkop en een ventilator in het perceel Bunnikscheweg 9. In de inrichting zal worden vervaardigd instrumenten voor de massaproducten (gereedschappen), schreef Cornelis in de aanvraag. Hier werd bij vermeld dat de oprichting van de inrichting gevaar, schade en hinder konden veroorzaken.
Uit andere correspondentie blijkt dat Cornelis in 1919 werkzaam was nabij Blass & Groenewegen als ‘reiziger en werktuigkundige’. Dit bedrijf maakte onder meer gaas en tuingereedschappen. Hij deed voor de deze firma veel zaken in Duitsland.
De werkplaats van Cornelis moet gelegen hebben in de schuur achter het huidige pand Oude Bunnikseweg 4, het eigendom van de familie Pouw. Uit de tekening blijkt dat het bedrijf een oppervlakte had van 45 x 11 m, met hierin een smidsvuur.
Er is verder nagenoeg niets bekend over Cornelis en zijn onderneming. De rekening, met de indrukwekkende kop van de N.V. Ceka, ook gevestigd op Bunnikscheweg 9, maakt waarschijnlijke naam heeft gedragen. In het logo is een hamer afgebeeld.
JJR
Literatuur:
Historische Kring d’Oude School, archiefstukken ‘Gereedschapmakerij J.J.A.F. Cornelis’