De familie Copijn is in Nederland van groot belang geweest voor de landschapsarchitectuur en de boomkwekerij. Een sleutelfiguur daarbij was Hendrik Copijn, die een eeuw geleden is overleden. Hij maakte het bedrijf groot. Afbeelding: ontwerp voor een villapark op het Hooge Land (Hogelandsepark) en een park op het Oudwijkerveld (Wilhelminapark) te Utrecht uit 1888. (Het Utrechts Archief)
Hendrik werd in 1842 geboren in Groenekan. Zijn familie bezat daar sinds 1777 een boomkwekerij en hij was de vierde die de naam Hendrik droeg. Als zeventienjarige ging hij werken in het bedrijf van zijn vader, dat voortaan J. Copijn en Zoon zou heten. Er was een vaste taakverdeling: vader Jan kweekte bomen en zoon Hendrik ontwierp tuinen en parken. De boomkwekerij deed opdrachten voor landgoederen op de Utrechtse heuvelrug zoals Jagtlust, Denneheuvel, Schaerwijde, Zandbergen en in Maartensdijk Persijn. Ontwerpen werden geïnspireerd door de Duitse landschapsstijl.
Toen Jan in 1885 overleed, vormde Hendrik met zijn jongere halfbroer Pieter Gerard de Gebroeders Copijn, waarbij hij zelf weer voor het maken van ontwerpen zorgde. Hij gebruikte daarbij elementen uit verschillende stijlperiodes uit het verleden naast elkaar om een eclectische stijl te vormen. Uit deze periode dateren parkontwerpen voor Hydepark in Driebergen, paleis Noordeinde in Den Haag en het Wilhelminapark in Utrecht.
Tussen 1894 en 1914 ontwierp hij delen van het park van het kasteel De Haar, dat in deze jaren door baron Etienne van Zuylen van Nijenvelt werd gebouwd. Voor dit grote werk kreeg hij veel aandacht in de pers. Intussen had Pieter een eigen boomkwekerij opgericht. Hendrik zette met zijn zoon Lodewijk in 1900 het bedrijf voort als H. Copijn en Zoon. Hij ontwierp nu ook tuinen in de modernere decoratieve stijl. Bekend werd de aanleg van de Tuin van Kol in de Utrechtse wijk Zuilen, die later het Julianapark zou heten. Op het adres Groenekanseweg 119 liet hij in 1907 voor eigengebruik het landhuis De Boschhoeve bouwen, waarvan hij natuurlijk ook de tuin ontwierp.
Hendrik was ook actief in de politiek. In 1885 werd hij lid van de gemeenteraad van Maartensdijk en vanaf 1911 was hij acht jaar wethouder. Doordat het besturen veel van zijn tijd vergde, bemoeide hij zich minder met het ontwerpen van tuinen. Zijn schoonzoon trad echter toe tot het bedrijf en nam een deel van het werk over. Op 23 december 1923 overleed Hendrik Copijn.
DAB
Literatuur
J.M. Engelaar-Batteau, Hendrik Copijn (1842 – 1923) tuinarchitect, in: H.L.Ph. Leeuwenberg, F. Vogelzang en J.J.W. Vroemen, Utrechtse biografieën, De Utrechtse Heuvelrug – Noord, Utrecht 2004 p.58 – 63.
Op deze site: J.J. Reijniers, Meer dan 250 jaar familiebedrijf Copijn.
A.W.J. de Jonge, ‘Copijn, Hendrik (1842-1923)’, in Biografisch Woordenboek van Nederland.