In Bilthoven bestond van 1974 tot 1994 het luxe bordeel Florence Hill. In de kranten werd het regelmatig in verband gebracht met dubieuze en criminele activiteiten. Hierboven: de villa Nimmerdor, waarin de sexclub zou worden gevestigd. Het huis is hier gefotografeerd in 1912. (Collectie Rienk Miedema)

Meer informatie

In de jaren zestig en zeventig was er een grotere seksuele vrijheid en schaamden veel mensen zich niet meer voor erotische uitbundigheid. In 1974 begon de vijfentwintigjarige Ron Galiart een bordeel in de villa aan de Nachtegaallaan 36. Het huis was in 1906 gebouwd als de villa Nimmerdor. Hoewel dat een mooie naam voor een bordeel zou zijn, noemde Galiart het liever Florence Hill, vermoedelijk een verwijzing naar de erotische roman Fanny Hill, die in de jaren zeventig meermalen herdrukt werd. Gerrit Bloothooft onderzocht het.

Galiart had volgens de kranten al eerder sekshuizen in Veenendaal en De Bilt geëxploiteerd, maar in Bilthoven wilde hij een heel chique club opzetten omdat hij rijke klanten wilde aantrekken. De inrichting was weelderig en op een podium gaven de tien tot vijftien dames een live show, om later met de bezoekende heren naar boven te gaan. ‘Onze lieftallige gastvrouwen zijn er speciaal voor u om uw wensen te vervullen, om het u als heer der schepping naar de zin te maken,’ stond er in de advertenties. Klanten kwamen uit de betere kringen, of in elk geval uit de beter verdienende kringen.

Het sekshuis kwam wel telkens op een ongunstige manier in het nieuws. In 1975 probeerde de bedrijfsleider publiciteit te krijgen door een coureur in een Porsche mee te laten doen aan de races op het circuit van Zandvoort. De auto was beschilderd met reclames voor Florence Hill en de coureur won de race, maar na die gebeurtenis was het geld op. Ook sponsoring via de wielersport liep in de soep.

In 1981 kwam Galiart in het nieuws doordat hij met anderen een humanitaire stichting had opgericht die huizen van hem kocht en daarin tegen vergoeding Vietnamese vluchtelingen onderbracht. Van de opbrengsten kon hij zelf nu in een dure Porsche rijden, maar de Nederlandse Staat had bezwaren tegen de contracten die hij afsloot.

Toen er meer concurrentie kwam, droogden ook de inkomsten van Florence Hill op. Galiart trok zich in 1981 terug om zijn geld en zijn aandacht te steken in de hasjhandel en in de Utrechtse ijshockeyclub Pro Bono. De kranten schreven dat zijn winsten werden witgewassen. De nieuwe eigenaar van de seksclub was Lex van Binsbergen uit Zeist.

De ongunstige publiciteit hield niet op. In 1989 probeerden georganiseerd criminelen van de seksboten op het Utrechtse Zandpad het bordeel over te nemen. Drie mannen vielen de villa binnen met getrokken pistolen en bedreigden Van Binsbergen. Een van hen, een kickbokser, zou volgens de officier van justitie een meisje bovenop de vrieskist hebben verkracht. De eis was drie, vijf en zeven jaar. ‘Zelf de uren bepalen wanneer je wilt werken en bovendien erg veel geld verdienen. Dat biedt FLORENCE HILL aan gastvrouwen die ons gezellige team komen versterken,’ zei niettemin een advertentie in dat jaar.

Later in 1989 werden twee Tunesiërs veroordeeld wegens een schietpartij in de seksclub. Na een wilde klopjacht volgde een woest gevecht, waarbij zowel daders als agenten gewond raakten. Op verzoek van justitie gaf de burgemeester van De Bilt het bevel om het huis te sluiten, maar de Raad van State schorste het besluit op formele gronden en Florence bleef haar gasten ontvangen.

Een grotere hobbel was de belastingachterstand van de eigenaar. In 1993 liet de belastingdienst de inboedel van de villa veilen. Men vertelde echter dat een goede vriend de boedel opkocht en alles weer aan de eigenaar verhuurde. Het bordeel draaide door en in augustus, toen de seksclub twintig jaar bestond, vierde men wat overmoedig het vijfentwintigjarig bestaan.

Het was de laatste stuiptrekking.  Drie maanden later werd het huis gesloten wegens faillissement. De verlaten villa raakte in verval. Twaalf jaar later bouwde men op de plaats van het gesloopte huis een geheel nieuwe woning.

DAB

 

Literatuur:

G. Bloothooft, Een bordeel in Bilthoven, in: De Biltse Grift juni 2020.

R. Schots, De onbevredigde sponsor, in: Algemeen Dagblad 18 07 1975.

M. Thomassen en P. d’Hamécourt, Huizenhandelaar doet goede zaken met geld van CRM, in: Algemeen Dagblad 04 04 1981.

H. Moleman, De Boef, in: Volkskrant 202 04 1994.

Advertenties in De Telegraaf.