Afgebeeld is de bezetting van fort Spion bij Loosdrecht in 1915. Deze foto had ook goed genomen kunnen worden in een van de Biltse forten. [Beeldbank NIMH, AKL015823.]

 

Meer informatie

Op het gebied van de huidige gemeente De Bilt werden in 1870 twee belangrijke forten in gebruik genomen: Fort Ruigenhoek en Fort Voordorp. Hun bouw was een gevolg van de groeiende spanningen tussen Frankrijk en het Duitse keizerrijk die de vrede in Europa bedreigden. Het waren spanningen die leidden tot de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871.  Het gevaar uit het oosten vooral vroeg een betere verdediging.

Voordorp en Ruigenhoek lagen midden in gebied dat in geval van vijandelijke actie of dreiging onder water zou worden gezet. Voordorp verdedigde de nabijgelegen inundatiesluizen en duikers en kon flankerend vuur afgeven op de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Het fortcomplex  bestond uit een onregelmatige vierhoek met bastions, een bomvrije kazerne, een remise en schuilplaatsen.

Fort Ruigenhoek ligt ten westen van Groenekan en nam de taken van het dichter bij Utrecht gesitueerde Blauwkapel over als onderdeel van de vooruitgeschoven ring, die noodzakelijk was geworden door de verbetering van de artillerie. Het fort diende ter afsluiting van het acces Ruigenhoekse Dijk en als verdediging van de keerkade tussen twee inundatiekommen. Bij het fort treft men een twee decennia geleden op initiatief van de bekende Groenekanner drs. W. van Schaik hersteld sluisje tussen twee inundatiekommen aan.

Onveilig en ongezond

Het verblijf op  deze forten was niet altijd tot genoegen van de bezetting. Zowel in 1870 als in de volgende jaren en tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de militairen grotendeels werkeloos en hoefden ze niet in actie te komen. Verveling kwam dan ook vaak voor. Militair gezien was de toestand van de forten al in 1870-1871 niet optimaal. Kort na de Frans-Duitse oorlog werd in de Tweede Kamer vastgesteld:

Dat er aanvankelijk geen materieel aanwezig was in de nieuw gebouwde forten bij Vechten en op de Voordorpse en Ruigenhoekse Dijk, laten we maar buiten beschouwing. […] [Daar] waar [het] profiel [van de aardewerken] versterkingen niet in orde was, heeft het veel tijd en inspanning gekost om die tekortkomingen te herstellen, en toen na twee maanden de werkzaamheden werden gestaakt, was men nog lang niet overal klaar. Vooral als de ondergrond niet stevig is, is het zaak dat de profielen van de aardewerken versterkingen continu op peil worden gehouden.’

Schrijnend was dat het in de forten tijdens de Frans-Duitse oorlog ontbrak aan goed drinkwater, een onaangename zaak voor de 157 militairen van Ruygenhoek en de 151 van Voordorp. In een periode van drie weken werden er bijvoorbeeld veertig zieken gemeld.

Na de Frans-Duitse Oorlog werd een aantal maatregelen genomen om het verblijf in en de effectiviteit van de forten te verbeteren. Immers, naast tekort aan drinkwater, miserabele omstandigheden in de regen en het gebrek of zelfs de afwezigheid van materieel, was vooral het ontbreken van voldoende dekkingsmogelijkheden voor manschappen en materieel duidelijk geworden. In dit gemis werd in de jaren 1874-1880 voorzien. Uit die periode dateren de op alle forten aangebrachte bomwerende kazernes en munitiemagazijnen met metersdikke gronddekkingen.

Gevolgen voor de omwonenden

Zo nu en dan werden de omwonenden van de forten in de jaren tussen de Frans-Duitse oorlog en de Eerste Wereldoorlog, 1871-1914,  tijdens oefeningen in de avond opgeschrikt door het geluid van de kanonnen van de forten en de militaire beweging eromheen. Zo lezen we in het Utrechtsch Nieuwsblad van 16 september 1905: ‘[In september zullen] na het invallen der duisternis, losse schoten worden gedaan uit de kanonnen op de forten Ruigenhoek, Blauwkapel en Voordorp […]’.

Aan het begin van de mobilisatie van 1914, in september, ondervonden de omwonenden nog indringender de aanwezigheid van de forten: het verkeer eromheen was op een aantal plaatsen gestremd. In het Utrechtsch Nieuwsblad van 29 september werd een politieverordening afgedrukt, waarin men kon lezen dat een aantal wegen voor rijdend verkeer gesloten waren,  zoals de Groeneweg onder Zuilen en Westbroek, ‘vanaf de boerderij “De Frissche Roemer” tot den Klopdijk, van West naar Oost, den Heerenweg van Oost naar West, den Klopdijk van Noord naar Zuid; het geddelte Gageldijk van het fort Blauwkapel tot het fort de Gagel […] den Ruigenhoekschendijk van West naar Oost; den Voordorpschendijk van Oost naar West.

De inwoners van De Bilt probeerden tijdens de mobilisatie voor ontspanning van de bezetting van de forten te zorgen. We lezen in het Utrechtsch Nieuwsblad van 24 oktober 1914,  dat de militairen van Fort Voordorp blij waren met uitvoeringen op het fort van twee Biltse koren:

Mochten we in de maand September het genoegen hebben, kennis te maken met het Biltsche Gemengd Koor “Zang Veredelt” met haren directeur den hr. Tuitjes, zoo werden we Vrijdagavond wederom verrast. De Biltsche mannen-zangvereeniging met haren directeur den hr. Van Maurik, heeft ons wederom een onvergetelijken avond bezorgd. Het is zoo heerlijk voor enkele uren zijne gedachten te wijden aan de heerlijkie klanken [en dat ] het gehoor gestreeld wordt en [dat men] zich menig oogenblik over kan geven aan ’t geen waarvan men geniet. Wij tijdelijke bewoners van het fort Voordorp hebben genieten van ’t geen beide Biltsche Vereenigingen ons hebben doen hooren en vooraal het vioolspel van den heer Van Maurik met piano-begeleiding door mevrouw Hermans, trof ons in hooge mate, Jammer dat het Voordorpsche klavier het schoone van deze muziek zozeer benadeelde’.

AD

 

Bronnen en litteratuur:

Anne Doedens, Nederland en de Frans-Duitse oorlog. Enige aspecten van de buitenlandse politiek en de binnenlandse verhoudingen van ons land omstreeks het jaar 1870 (proefschrift VU 1973).

Anne Doedens en Liek Mulder, Frans-Duitse oorlog 1870-1871. De moeder van de Grote Oorlog (Zutphen 2015).

Via de website Staten-Generaal Digitaal:  Handelingen Staten-Generaal, Tweede Kamer. ‘Verslag nopens de mobilisatie van  een gedeelte van het leger in 1870’. Idem, ‘Definiti[e]ve vaststelling van hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1872.

 

Militairen aan het werk in een fort, 1914-1918. Beeldbank NIMH, AKL015816.