Omdat de gemeente op het overgangsgebied ligt van verschillende bodemtypen, was de verscheidenheid aan landschappen groot en die verscheidenheid is er nog steeds. In het oostelijk deel van de gemeente vinden we delen van de Utrechtse Heuvelrug. Dit heuvelachtige gebied is in de voorlaatste ijstijd ontstaan door opstuwing van de bodem door enorme gletsjers. Pas ruim een eeuw geleden is men begonnen met bosaanplant, vooral productiebossen van naaldhout. Van de oorspronkelijke landschappen zijn nog slechts enkele kleine restanten te vinden.
Door het kwelwater uit de Heuvelrug is in het westelijk deel van de gemeente een enorm veengebied onstaan. Dit is in de 18e eeuw op veel plaatsen afgegraven voor de winning van turf als brandstof. Hierdoor zijn de karakteristieke langgerekte sloten (petgaten) ontstaan.
In het zuidelijke deel van de gemeente vinden we een kleibodem die door de Kromme Rijn en zijn zijtakken is afgezet. Hierop ontstond een wildernis van moeras en nat moerasbos. Afbeelding: Broekbos met Mathildebrug in het landgoed Oostbroek, een zeldzaam stukje wildernis met moerasbroekbos. (Foto Wim Krommenhoek)
WK