De hofstede Beukenburg bestond al in de zeventiende eeuw. Toen was het een herenboerderij aan de Nieuwe Weteringseweg in Groenekan ter hoogte van de Beukenburgerlaan met landerijen tussen de Nieuwe Wetering en de Groenekanseweg. (Foto omstreeks 1905 Collectie Het Utrechts Archief)
Het landgoed Beukenburg bestond voornamelijk uit bossen die waren aangelegd voor de houtproductie. Omstreeks 1810 maakte de herenboerderij plaats voor een herenhuis met een park in vroege landschapsstijl. In 1855 werden het landgoed en het landhuis gekocht door de Rotterdamse koopman Willem Twiss. Deze was burgemeester van Maartensdijk van 1866 tot hij in 1877 overleed. Na hem werd het in eclectische stijl uitgevoerde huis bewoond door jonkheer Edouard Quarles van Ufford. Deze was van 1895 tot 1924 ook burgemeester van Maartensdijk. Tussen 1890 en 1902 werd Beukenburg herhaaldelijk uitgebreid, uiteindelijk tot een gebouw met wel 45 kamers.
Na de Eerste Wereldoorlog was het landgoed niet meer rendabel. In 1925 liet Quarles van Ufford het afbreken. Het puin werd gebruikt om de Beukenburgerlaan, de Prinsenlaan en het erf van boerderij Boom en Bosch te verharden. Het uit 1934 daterende en in de 21e eeuw afgebroken Jachthuis diende na de Tweede Wereldoorlog als verpleeghuis en opvangoord voor vluchtelingen.
AD
U bevindt u op de Rondleiding over de noordelijke landhuizen. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
Michiel Kruidenier en Joost van de Spek, Maartensdijk. Geschiedenis en architectuur (Zeist 2000) 92v. Koos Kolenbrander, Beukenburg, een behouden huis voor velen. In: St. Maerten 21 (juni 2001) 10-17.