Het wapen van de gemeente De Bilt is samengesteld uit de oude wapens van De Bilt en Maartensdijk: respectievelijk het rooster van Sint Laurens en de diagonale verdeling van de mantel van Sint Maarten. Afgebeeld is Sint Laurens met zijn rooster in de kerk van Westbroek (foto DAB). De afbeelding onderaan is het huidige gemeentewapen.
Twee elementen bepalen het wapen van de gemeente De Bilt. Ten eerste wordt het wordt door een diagonale lijn in twee delen gedeeld. Dat is gebeurd bij de samenvoeging met Maartensdijk in 2001. Op het wapenschild van Maartensdijk staat namelijk Sint Maarten afgebeeld, een Frankische heilige uit Tours die zijn mantel schuin in twee delen sneed en de helft weggaf aan een bedelaar. De diagonale verdeling zien we terug in het wapen van de stad Utrecht, die ook Sint Maarten als schutspatroon had.
Het oorspronkelijke wapen van De Bilt is ook in het nieuwe gemeentewapen opgenomen. Het bevat een rechthoekig rooster, dat is gebruikt om de heilige Laurentius te pijnigen en ter dood te brengen. Hoe komt het dat de gemeente De Bilt – overigens net als het christendom – een martelwerktuig als symbool gebruikt?
Laurentius
Een groot deel van de grond die nu de woonkern De Bilt beslaat, was vroeger in het bezit van het klooster Oostbroek. Dat werd rond 1100 gesticht door een paar ridders, die het opdroegen aan Sint Laurens of Laurentius van Rome. Oostbroek wordt wel als het begin van De Bilt beschouwd, dus het is logisch dat het symbool van Laurentius op het wapen van het dorp terechtkwam.
Laurens was geboren in Spanje en hij volgde Sixtus II naar Rome toen deze daar in 257 bisschop werd. De jongeman kreeg een zeer verantwoordelijke functie als aartsdiaken. Daardoor was het zijn taak om niet alleen de aalmoezen voor de armen en zieken te administreren maar ook de giften te beheren die aan de kerk werden gegeven.
De christelijke kerk had echter in het oude Rome een wankele positie. Volgens sommige bronnen vaardigde keizer Valerianus een decreet uit waarin hij de christenen verbood om kerkdiensten te houden. Geestelijken die het verbod overtraden, moesten ter dood worden gebracht. Hun bezittingen werden in beslag genomen want de keizer had veelgeld nodig om het oosten van het rijk te verdedigen tegen de Perzen. Sixtus II werd op heterdaad betrapt toen hij in augustus 258 in de catacomben de mis opdroeg. Hij werd hij samen met vier diakenen onthoofd.
Koks en komieken
Laurentius werd ook gearresteerd, maar men doodde hem niet. Hij kreeg van de prefect van Rome drie dagen om de schatten van de kerk aan de keizer over te dragen. De aartsdiaken echter gebruikte die tijd om zo veel mogelijk bezittingen van de kerk uit te delen aan behoeftigen. Toen hij afloop daarvan voor de prefect verscheen met een kleine groep armen en zieken, wees hij op die mensen en zei hij: Dit zijn de echte schatten van de kerk.
De prefect was woedend. Hij liet Laurentius eerst met een zweep bewerken en toen vastketenen op een rooster boven gloeiende kolen. Nadat de diaken enige tijd helse pijnen had geleden, zei hij uitdagend: Ik ben nu aan één kant gaar; draai me maar om en daarna kun je me opeten. Door deze oneliner stond hij later bekend als beschermheilige van niet alleen de koks maar ook de komieken. Op 10 augustus 258 stierf hij volgens het verhaal de marteldood op het rooster.
Twijfel
Laurentius werd in de middeleeuwen een populaire heilige. Behalve beschermheilige van De Bilt is hij ook de schutspatroon van Alkmaar en Rotterdam en Oldenburg en veel steden in Spanje en Italië. Het Escurial, dat aan Sint Laurens is gewijd, heeft als grondplan een rooster.
Toch bestaat er onder historici en theologen al sinds de middeleeuwen twijfel aan de gebeurtenissen. Tijdgenoten hebben wel geschreven over de dood van Sixtus II maar Laurentius werd pas een eeuw later genoemd. Dat hij op het rooster gestorven zou zijn, ontbreekt in de oudste vermeldingen. Het is in strijd met het decreet van Valerianus en het gebruik om veroordeelden te onthoofden. Er bestaat trouwens een relikwie dat wordt vereerd als het hoofd van Laurentius.
Men heeft er bovendien op gewezen dat bij martelaren gewoonlijk staat geschreven passus est: hij is de marteldood gestorven. Zo staat dat ook in het Liber Pontificalis over Sint Laurens. Mogelijk heeft iemand bij het overschrijven een keer de letter p vergeten, zodat er stond assus est: hij is gebraden.
Als dit waar is, dan zou een schrijffout de aanleiding zijn geweest voor de legende van de dood van Laurentius op het rooster. Ook het wapen van De Bilt zou dan op een schrijffout berusten, maar de Biltenaar laat zich daardoor niet van zijn stuk brengen.
DAB
U bevindt u op de Rondleiding over de kloosters in De Bilt. Voor het vervolg klik HIER.
Literatuur:
H. Damsté, Oostbroek en De Bilt c.s.
M. Verschoor, Laurentius en het rooster, in: De Biltse Grift 2009.
Jacobus de Voragine, Legenda aurea.