Westbroek en Achttienhoven hadden vanaf 1895 een eigen, plaatselijk ziekenfonds. De arts die daaraan het langst was verbonden, was dr. Karel Alfons Otto Welffer (1908-1941, wiens afbeelding hieronder staat.) Hierboven ziet men het Westbroekse ‘chirurgijnshuis’, Kerkdijk 7, dat tot het begin van de 20ste eeuw bestond. (Overgenomen uit Sint Maerten nr. 32, collectie Theo Schouten.)
Er waren in de periode dat het ziekenfonds bestond drie artsen in Westbroek werkzaam: Abraham Gerrit Adrianus Idenburg (tot 1904), Johannes Gijsbert Fischer (tot 1908) en de al genoemde dr. Welffer (tot 1941).
De eerste ziekenfondsen werden aan het eind van de 18e eeuw op particulier initiatief opgericht. In Welffers tijd waren er wel meer dan 650 (doorgaans lokale) ziekenfondsen, Daarvan was het Westbroekse er dus een van. Het Westbroekse fonds werd op 5 april 1895 opgericht en heette ‘Onderlinge hulp’. De oprichters waren gemeentearts Idenburg, burgemeester De Waal Malefijt en paar particulieren uit Achttienhoven en Westbroek. Het uitsluitende doel was ‘het verschaffen van medische hulp en medicijnen.’ De bode van het fonds was ook gemeentebode. De arts van het fonds was de gemeentelijke apotheekhoudende geneesheer. Deze arts was ook degene die bepaalde, wie mocht deelnemen aan het fonds. De contributie werd wekelijks bij de leden opgehaald en bedroeg een dubbeltje voor een alleenstaande en voor een echtpaar 15 cents. Voor kinderen kwamen er een paar centen bij. De leden hadden geen recht op verloskundige hulp of vaccinatie. Onbekend is wanneer het ziekenfonds werd opgeheven, mogelijk was dit in 1941, toen de Duitsers met een landelijke regeling kwamen (het Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars geeft over een en ander geen informatie).
Over dr. Welffer schreef Lous de Raadt in 2007:
‘Dr. Welffer heeft voor de lange periode dat hij in de Blauwhoef zijn praktijk uitoefende, de medische zorg voor de inwoners van beide dorpen enorm verbeterd. Het gebied van zijn praktijk was zeer uitgestrekt, van Hollandsche Rading tot aan de Groeneweg bij Zuilen en tot aan de Vechtdijk bij de Vecht. Hij bezocht zijn patiënten eerst per koets, oudere inwoners kunnen zich dit nog goed herinneren, later met de auto. Als een gezin in het buitengebied de dokter nodig had, werd een witte lap aan het hek gebonden. Hij wist dan dat zijn komst dringend was gewenst. In 1941 legde dr. Welffer zijn praktijk neer en vertrok naar Den Haag.’
Over de Blauwhoef kan men meer lezen door HIER te klikken.
AD
Bron: Rapport omtrent den toestand der Ziekenfondsen in Nederland, I (Besschrijving der bestaande fondsen 1901-1907(z.pl, z.j.) 15-17.
Litteratuur: Lous de Raadt, ‘De Blauwhoef en zijn bewoners’. In: St Maerten nr. 32 (mei 2007) 2-8, m.n. pg. 8.
Foto van dr. Welffer, verzameling Wout van Winsum (in beheer bij mw. Karien Scholten).