Hier zie je uitvergroot stukjes van ansichtkaarten die zijn gemaakt tussen 1900 en 1910, dus meer dan honderd jaar geleden. Ze komen uit Westbroek en Achttienhoven; alleen de derde komt uit Maartensdijk. De kaarten worden bewaard in het Utrechts Archief. Je ziet kinderen uit die tijd.
Stel je voor dat je die foto’s moet presenteren als een soort modeshow. Dan moet je eerst heel goed kijken.
Dit zijn de foto’s:
1 Hierboven: de Christelijke Lagere School aan de Kerkdijk in Achttienhoven in 1910. Je kunt er meer over vinden op deze site in het stukje over de schoolstrijd in Westbroek en Achttienhoven.
3 De Dorpsweg met bebouwing in Maartensdijk in 1900
4 Uitspanning Het Landbouwhuis (Dr. Welfferweg 102) in Achttienhoven in 1910. Het gebouw was eerst een boterfabriek geweest en werd nu gebruikt als restaurant en speeltuin. Later heette het de Stoomwasch- en strijkinrichting Gruno. Je kunt er meer over vinden op deze site in het stukje over Gruno.
5 Hierboven: de Kerkdijk in Westbroek met links een hondenkar omstreeks 1910. Honden werden gebruikt om karren te trekken door bijvoorbeeld de bakker, de melkboer en de olieman, die petroleum verkocht langs de deuren.
6 Kerkeindschevaart in Westbroek uit het zuiden omstreeks 1905
7 Kerkeindschevaart in Westbroek uit het zuiden omstreeks 1910
Probeer eerst de volgende vragen te beantwoorden:
a. Welk verschillen met onze tijd vallen je het meest op?
b. Zie je iets opvallends aan hun hoofd? Zie je iets opvallends aan hun voeten?
c. Welke foto’s zijn in de zomer gemaakt?
d. Welke foto’s zijn in een koude tijd van het jaar gemaakt?
e. Op welke foto’s zien de kinderen het meest netjes uit?
Hoe zou dat komen?
f. Sommige kinderen moesten werken, bijvoorbeeld in het bedrijf van hun ouders. Kun je daar iets van zien?
g. Ze moesten ook wel op hun broertjes en zusjes passen of bij andere mensen oppassen. Waar kun je dat zien?
h. Zijn de verschillen in kleding tussen jongens en meisjes groter of kleiner dan tegenwoordig? Kun je bedenken hoe dat komt?
Schrijf nu de presentatie van de modeshow. ‘We zien hier…. zij hebben de volgende kleren aan: ….’ Gebruik daarbij de antwoorden op de vragen die je gevonden hebt.
Presenteer hem, als je dat wilt, voor je klasgenoten.
DAB