Ook Bilthoven kwam pas laat tot ontwikkeling. Toen in 1863 het spoorwegstation De Bilt was geopend, waren de goede bereikbaarheid, de mooie omgeving en de lage grondprijs heel aantrekkelijk voor gefortuneerde Nederlanders die een mooi huis in een mooie omgeving wilden bouwen. Ondernemers kochten terreinen waar villaparken werden gebouwd. De nieuwe inwoners hadden behoefte aan winkels en scholen.

Al snel bleek de omgeving ook een magneet voor het toerisme en de dagrecreatie. Er verschenen hotels en pensions, ook voor degenen die terugkeerden uit Nederlands Indië. Later boden de hotels voor bedrijven de mogelijkheid voor vergaderingen, conferenties en overnachtingen. Men bouwde herstellingsoorden en rusthuizen om te profiteren van de gezonde boslucht en voor tuberculosepatiënten opende men sanatorium Berg en Bosch. Het RIVM verhuisde in 1953 uit Utrecht naar Bilthoven en werd een belangrijke werkgever. In de nabije toekomst zal het naar Utrecht worden verplaatst. Bij al deze bouwactiviteit vestigden zich in Bilthoven ook een paar aannemers zoals Pastunink en Strubbe en ook bouwbedrijf De Jong.

De aanwezigheid van een spoorlijn naar Utrecht en Amersfoort trok ook diverse bedrijven aan. De Coöperatie ‘De Bilt en Omstreken’ bouwde bijvoorbeeld in 1916 een graanmaalderij met een eigen aansluiting op het spoor. Dit bedrijf sloot aan bij het agrarische karakter dat de regio toen nog had.

De grens tussen De Bilt en het zuiden van Bilthoven is eigenlijk kunstmatig en willekeurig. We zien in Bilthoven dan ook bedrijven verschijnen in dezelfde sectoren die in De Bilt vertegenwoordigd waren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de elektrotechnische industrie , waarvan het bekende Inventum het belangrijkste voorbeeld was. Het bedrijf was voor Bilthoven een belangrijke werkgever. De instrumentmakers die we in De Bilt tegenkwamen, zien we in Bilthoven terug in Instrumentenfabriek Smitt. Zoals De Bilt een sigarenfabriek had, kreeg Bilthoven Tabakspreparaten A. Kahn. En er was een zeepfabriek die maar kort heeft bestaan.

Daarnaast was er een brede waaier van bedrijven: Machines en Transportwerktuigen Van Riet, rijwielen, motorfietsen, een verffabriek, HYPSOS (een bedrijf dat tentoonstellingen opbouwde) en Heybroek, een grote handelsonderneming ten dienste van de landbouw. Ook hier geldt dat veel bedrijven na een aantal jaren werden overgenomen, failliet gingen of verhuisden naar elders. Een buitenbeentje was de ADO werkplaats op Berg en Bosch, waar tbc-patiënten het geliefde, houten ADO-speelgoed maakten.

Voorbeelden van nieuwe en moderne bedrijven zijn ASM, een toonaangevende industrie van halfgeleiders en Bilthoven Biologicals, afgesplitst van het RIVM, waar vaccins worden gemaakt.

DAB

U bevindt u op de Rondleiding Industrieel Erfgoed. Voor het vervolg klik HIER