J.G. de Bruyn had sinds 1922 een ‘aannemersbedrijf voor grond-, riolerings- en bestratingswerken’. Het bedrijf stond aan de noordzijde van de Utrechtseweg, ergens tussen het fort en de manage, toen nog Maartensdijks grondgebied, maar post De Bilt. Als wegenbouwer voerde hij in de omgeving belangrijke projecten uit. Afbeelding: bestratingswerk aan de Utrechtseweg in 1930. (Collectie Het Utrechts Archief)

 

Meer informatie

In samenwerking met J.C. van Rooyen uit Nederlangbroek zette hij een walsbedrijf op. Door omstandigheden werd hij in 1936 ook eigenaar van een Utrechtse haringinleggerij. Dit bedrijf bracht hij onder in een van de loodsen op zijn eigen terrein. Het werd zelfs uitgebreid met een afdeling limonade, gazeuse en puddingsauzen.

Het bedrijf kreeg de naam ‘Bruma’, afgeleid van Bruyn en Mars, de familienaam van zijn echtgenote. Toen J.G. de Bruyn in 1946 kwam te overlijden, nam zijn vrouw de leiding over. In 1952 werd de zoon van J.G. de Bruyn eigenaar, die het bedrijf in 1962 naar Soesterberg verplaatste. In 1968 is het bedrijfspand door brand verwoest.

Het werd in 1943 opgeheven.

JJR

 

Literatuur:

Historische Kring d’Oude School, archiefstukken ‘J.G. de Bruyn Wegenbouw/conserven’